Samenvatting

In dit onderzoek wordt nagegaan hoe leerkrachten van groep 1-2 doelgerichte spelbegeleiding interventies kunnen inzetten in de themahoek om externaliserend probleemgedrag van jonge kinderen te verminderen en daarmee het samenspelen van deze kinderen kunnen verbeteren. Er is gekozen voor praktijkgericht actieonderzoek, waarin een alternatieve handelingswijze wordt uitgeprobeerd, met als doel het verbeteren van de eigen beroepspraktijk. Daarbij is de volgende onderzoeksvraag gesteld: “Kunnen doelgerichte spelbegeleiding interventies in de themahoek, gegeven door de leerkrachten van groep 1-2 van onze basisschool, het externaliserend probleemgedrag van jonge kinderen verminderen en daarmee het samenspelen van deze kinderen verbeteren?” Door middel van video-observaties is het externaliserend probleemgedrag van drie kinderen in kaart gebracht. Met de leerkrachten van deze kinderen en de psychomotorisch kindertherapeut is vervolgens een interview gehouden om inzicht te krijgen in hun meningen en visie rondom de begeleiding van kinderen met externaliserend probleemgedrag. Aan de hand van verdiepend literatuuronderzoek is er uiteindelijk voor gekozen om voor elk kind een werkplan spelbegeleiding op te zetten. In dit werkplan worden doelgerichte spelbegeleiding interventies weergegeven die de leerkrachten twee keer per week, gedurende een periode van zes weken, in kunnen zetten in de themahoek om het kind te begeleiden. Het onderzoek laat zien dat twee van de drie kinderen in begeleide spelsituaties gewenst gedrag vertonen, maar in vrije situaties nog terugvallen in hun oude patroon. Zij laten nog niet altijd goede omgangsvormen zien en er is nog steeds sprake van externaliserend probleemgedrag. Hieruit kan geconcludeerd worden dat zes weken doelgericht werken met een werkplan spelbegeleiding voor de meeste kinderen met externaliserend probleemgedrag niet genoeg is om het externaliserend probleemgedrag te verminderen en het samenspelen te verbeteren. Zes weken lijkt erg kort om harde conclusies aan te verbinden. Er werd wel verbetering geconstateerd, dus er lijkt wel een effect te zijn, maar er is geen verbetering op alle doelen. Het zou interessant kunnen zijn om langere termijn studies te houden om beter inzicht te geven in het daadwerkelijke resultaat