De gelukkige(re) rekenaar: over hoe kinderen (weer) gemotiveerd kunnen worden voor de rekenles.
De gelukkige(re) rekenaar: over hoe kinderen (weer) gemotiveerd kunnen worden voor de rekenles.
Samenvatting
"Rekenen, oh nee, bah, saai". Waarom hoor ik deze kreten regelmatig in mijn groep 5? Waarom hebben een aantal leerlingen zo een hekel aan de rekenlessen?
Bovengenoemde vragen zijn aanleiding geweest voor het onderzoek dat voor u ligt.
Als remedial teacher moet men onderzoekscompetenties hebben: een onderzoekende houding, onderzoeksvaardigheden en kennis van onderzoek.
De aanleiding van het onderzoek geeft de handelingsverlegenheid aan van de leerkracht en tegelijkertijd de motivatie om te veranderen.
Na het formuleren van de concrete vraag: 'Hoe kan ik de acht leerlingen in groep 5, die het plezier in rekenen hebben verloren weer motiveren voor de rekenles?' is gewerkt volgens een duidelijk stramien. Door heel precies naar de hulpvraag te kijken, informatie in te winnen en te bestuderen, een actieplan op te stellen, het actieplan uit te voeren en te evalueren en reflecteren komt men tot een gedegen onderzoeksverslag met antwoorden op bovengenoemde vraag.
Uit het onderzoek zal blijken dat de relatie, competentie en autonomie van zowel de leerlingen als de onderzoeker redenen kunnen zijn voor het gebrek aan motivatie als mogelijkheden om deze motivatie te verbeteren.
In dit onderzoek wordt uitgelegd wie de onderzoeker is en hoe zij tot bovengenoemde onderzoeksvraag is gekomen. Vervolgens wordt de theorie weergegeven waarin wordt uitgelegd waarom motivatie niet zichtbaar is, maar hoe men toch kan achterhalen of leerlingen gemotiveerd zijn of niet. Het boek: 'Motivation in Education' van Pintrich, Schunk en Meece (2010) is hierbij van onschatbare waarde gebleken.
Ook wordt de manier van onderzoeken uiteengezet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende instrumenten.
Het verbeteren van de motivatie voor de rekenles werd onderzocht bij acht leerlingen die tijdens het vooronderzoek de rekenles een vijf of lager hadden gegeven op een score van 1-10. Voorafgaande en gedurende de zes weken onderzoek is met deze leerlingen gesproken over mogelijke redenen en ideeën voor verbetering van de rekenlessen. De leerlingen hebben ook vragenlijsten (bijlage 1) ingevuld.
Gedurende de onderzoeksperiode is gebruik gemaakt van het logboek en feedback formulieren voor de leerlingen. Daarbij hebben op verschillende momenten diagnostische gesprekken plaatsgevonden met de leerlingen.
De verzamelde data wordt gepresenteerd en vervolgens wordt deze data geanalyseerd en wordt er antwoord gegeven op de onderzoeksvraag en de daarbij behorende deelvragen. Tenslotte wordt gereflecteerd op het onderzoek als proces en op de handelingsverlegenheid van de leerkracht annex onderzoeker.
Uiteindelijk is te concluderen dat zowel deze acht leerlingen als de onderzoeker een zeer positieve ontwikkeling hebben doorgemaakt. Hierbij is zowel de motivatie van de leerlingen verbeterd als de competentie van de onderzoeker. De onderzoeker heeft meer inzicht gekregen in hoe relatie, competentie en autonomie invloed hebben op de motivatie om te leren. De mogelijkheden om met deze drie aspecten de motivatie van leerlingen te verbeteren zijn legio en beperken zich niet tot de rekenlessen.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Jaar | 2010 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |