Samenvatting

Uit recent onderzoek van het Kohnstamminstituut blijkt dat het aanbod seksuele vorming in het Nederlandse onderwijs verschilt per school. De casusschool wil een positieve bijdrage aan de seksuele vorming van de leerlingen leveren, door te streven naar het vignet relaties en seksualiteit van de Gezonde School. Daarvoor moet de casusschool beschikken over een fysiek en sociaal veilig klimaat en jaarlijks structureel aandacht besteden aan seksuele vorming. Tevens blijkt uit de literatuur dat de samenwerking met ouders belangrijk is. De casusschool heeft op dit moment onvoldoende zicht op het huidige aanbod seksuele vorming om te bepalen wat de volgende stap is richting goed onderwijs.

Dit onderzoek leidt tot de beantwoording van de hoofdvraag: Hoe ondersteunen de leerkrachten van de onderbouw, middenbouw en bovenbouw van de casusschool leerlingen bij de seksuele vorming? Om de hoofdvraag te beantwoorden, is een enquête uitgezet onder de leerkrachten en de ouders van de casusschool. Tevens zijn de leerkrachten geobserveerd tijdens lessen van de projectweek: ‘De week van de Lentekriebels’.

Uit de analyse van de resultaten blijkt dat alle leerkrachten van de casusschool aandacht besteden aan seksuele vorming, echter verschilt de frequentie van de lessen per leerkracht. Tijdens de lessen seksuele vorming tonen alle leerkrachten de leerkrachtcompetenties die volgens de literatuur bijdragen aan een sociaal veilig klimaat. De leerkrachten communiceren echter weinig aspecten van deze lessen met ouders.

De belangrijkste aanbeveling voortkomend uit dit onderzoek is het verbeteren van de communicatie tussen de leerkrachten en de ouders wanneer het gaat om de seksuele vorming van de leerlingen.