Samenvatting

Door middel van het literatuuronderzoek en het praktijkonderzoek heb ik inzicht gekregen in de deelvragen en kan ik een antwoord formuleren op de probleemstelling. De probleemstelling beantwoord ik in deze conclusie.

De driehoeksrelatie ouders, groepsbegeleider, cliënt is niet in evenwicht op Spoorlaan 5. De driehoek is niet in balans. Professionals nemen de grootste hoek in de driehoek in. De andere twee hoeken komen daardoor in de verdrukking. De mogelijkheden en inbreng van ouders worden beperkt. De basis draagt niet samen de top. In deze driehoek werkt ieder voor zich.

Een goede samenwerking is hierdoor onmogelijk geworden. De relatie tussen ouders en groepsbegeleiders is gespannen. De spanning in de driehoek zorgt ervoor dat er een cultuur heerst waarin het ieder voor zich is. Er wordt niet samengewerkt. De situatie op de woning en de thuissituatie zijn volledig van elkaar gescheiden. Groepsbegeleiders maken de dienst uit op Spoorlaan 5 en ouders zijn de baas in de thuissituatie. Ouders hebben volgens eigen zeggen geen inspraak. Ouders voelen zich onmachtig in een situatie waarin groepsbegeleiders machtig zijn.

Er wordt gefaald op het gebied van contact, communicatie en samenwerking. Drie belangrijke punten waardoor een stevige basis van de driehoek gelegd kan worden. Er moet geïnvesteerd worden in deze punten. Hierdoor wordt de basis sterk genoeg om samen voor de cliënt te kunnen zorgen.

Contact zorgt voor kennisoverdracht en geeft de mogelijkheid voor ouders en groepsbegeleiders om ervaringen uit te wisselen. Cliënten die op Spoorlaan 5 komen wonen zijn wilsonbekwaam. Dit houdt in dat zij geen weloverwogen keuzes kunnen maken op belangrijke gebieden. Zij hebben daar iemand voor nodig. Op Spoorlaan 5 zijn de ouders degene die de belangen van hun kinderen behartigen. In de literatuur worden ouders beschreven als samenwerkingspartners. Ouders zijn echter geen hulpverleners. De rol die zij hebben is de rol van ouders. Zij zijn de contactpersoon van de cliënt. De contactpersoon van de cliënt op de woning is de persoonlijk begeleider. Deze is ook de contactpersoon van de ouders. De persoonlijk begeleider is in principe het eerste aanspreekpunt voor ouders. De persoonlijk begeleider moet over een aantal vaardigheden beschikken om zijn taak op een zo goed mogelijke manier uit te voeren. Hij moet behulpzaam zijn. Hij moet ouders kunnen betrekken bij de zorg voor hun kind. Hij moet datgene wat hij heeft geleerd in de praktijk kunnen brengen. Hij moet de cliënt kunnen zien zoals hij is. Hij moet goede communicatieve vaardigheden hebben. Hij moet openstaan voor nieuwe ideeën en de wensen van ouders en hij moet zich kunnen inleven in ouders. Daarnaast moet de persoonlijk begeleider vertrouwen uitstralen en plezier hebben in zijn werk. De meeste persoonlijk begeleiders zijn tijdens hun opleiding geschoold in deze vaardigheden. Wat geldt voor de persoonlijk begeleider telt uiteraard ook voor de 'gewone' groepsbegeleiders.

Een goed contact draagt bij aan een goede relatie tussen ouders en groepsbegeleiders. Deze relatie moet gebaseerd zijn op openheid, eerlijkheid en vertrouwen. Ouders en groepsbegeleiders hebben verwachtingen van elkaar. Deze verwachtingen moeten kunnen worden uitgesproken naar elkaar. Er moeten afspraken gemaakt worden en die moeten worden nagekomen. Ouders moeten geïnformeerd worden over wat er speelt in het leven van hun kind zoals ouders groepsbegeleiders informeren tijdens de korte overdracht bij het moment waarop ze de kinderen terugbrengen op Spoorlaan 5.