Automatiseringsproblematiek op het mbo
Automatiseringsproblematiek op het mbo
Samenvatting
Dit onderzoek is uitgevoerd op een ROC in de Randstad en beschrijft de problematiek die studenten in de leeftijd vanaf zestien jaar kunnen ervaren met het niet geautomatiseerd hebben van de basisrekenvaardigheden. Deze vaardigheden worden verondersteld aanwezig te zijn bij aanvang van de mbo-opleiding en vormen geen structureel onderdeel van het rekenaanbod. De problematiek komt niet alleen tot uiting in teleurstellende prestaties voor studenten, maar speelt ook een rol in het vertrouwen in het eigen kunnen. Met dit onderzoek wilde ik onderzoeken of het mogelijk is om op bovenstaande problematiek invloed uit te oefenen. Hiervoor heb ik vooronderzoek gedaan naar de methodiek ‘Zo leer je kinderen rekenen’ van Sikkes (2011). Dit heeft geresulteerd in het opstellen van de volgende onderzoeksvraag: Heeft de inzet van een kortdurende, intensieve hoofdrekentraining, gebaseerd op de beginselen van de methodiek ‘Zo leer je kinderen rekenen’, invloed op de automatiseringsvaardigheden, de competentiebeleving en het zelfvertrouwen van een groep gemotiveerde, eerstejaars mbo-studenten met een zwakke basisrekenvaardigheid? De onderzoeksvraag leverde drie deelvragen op, die na de voorbereidings-, interventie- en eindfase antwoord gaven op de onderzoeksvraag. Een vijftal zeer zwakke, gemotiveerde studenten nam deel aan het onderzoek. Deze studenten werden onderworpen aan een hoofdrekentraining van acht weken. Door middel van een voor- en nameting werd de ontwikkeling van de automatiseringsgraad vastgesteld. Daarnaast maakte de inzet van een tweetal schaalvragen het mogelijk inzicht te verkrijgen op de vraag of de studenten vooruitgang ervoeren op het gebied van competentiebeleving en zelfvertrouwen. Ook gebruikte ik een signaleringslijst. Tot slot heb ik de studenten geïnterviewd. Het is gebleken dat de hoofdrekentraining een positieve invloed heeft gehad op de automatiseringsvaardigheden van de studenten. Hun DLE-score nam in twee maanden tijd met gemiddeld 9 maanden toe. Tevens zijn de competentiebeleving en het zelfvertrouwen van de deelnemende studenten aanzienlijk gestegen. De studenten blijven echter landelijk bezien tot de zwakste groep studenten, vaardigheidsniveau V, behoren. Ik acht het echter niet reëel om een groei naar vaardigheidsniveau IV of hoger te verwachten in de korte interventietijd van 2 maanden. Het onderzoek heeft mij de bevestiging gebracht dat er niet aan de leerbaarheid van rekenzwakke mbo-studenten, op het bied van het automatiseren van de basisrekenvaardigheden, getwijfeld mag worden. Het adolescentenbrein heeft in dit onderzoek zijn veerkracht getoond. In de aanbevelingen pleit ik voor een investering in het verbeteren van de automatiseringsvaardigheden van mbo-studenten en de rol die betrokken rekencollega’s daarin hebben op het gebied van effectief onderwijs en het bevorderen van een stimulerend klimaat.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Master Educational Needs |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Datum | 2018-03 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |