Samenvatting

Voor mijn afstuderen aan de Fontys Hogeschool Pedagogiek heb ik stage gelopen op het Bureau Speciaal Onderwijs. Van hieruit wordt de training 'Minder boos en opstandig' aangeboden. Dit is een training bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 8 tot 12 jaar. Vanuit het Bureau Speciaal Onderwijs is er vraag om deze agressieregulatie training voor kinderen om te zetten naar een training voor jongeren. Hiervoor moet eerst de bestaande training geëvalueerd worden. Door deze te evalueren wordt ten eerste gekeken welke aspecten behouden dienen te worden. Vervolgens wordt gekeken naar de aspecten die voor de jongeren aangepast dienen te worden. De hoofdvraag die hierbij naar voren komt is;
Welke aspecten van de training 'Minder boos en opstandig' kunnen behouden worden en welke aspecten dienen aangepast te worden om de training geschikt te maken voor jongeren in de leeftijd dertien tot achttien jaar ?

Voor dit onderzoeksverslag is er zowel een literatuurstudie als praktijkonderzoek verricht. In het literatuuronderzoek komt als eerste een beschrijving van het BSO aan bod. Vervolgens worden de onderwerpen adolescentie, agressie en de training 'Minder boos en opstandig' behandeld.
Wat betreft adolescentie wordt als uitgangspunt de sociale theorie van Erikson genomen welke benadrukt dat ontwikkeling afhankelijk is van de sociale relaties die men aangaat.
Bij het hoofdstuk agressie wordt gekeken naar de oorzaken van agressie, soorten agressie en hoe je deze kunt behandelen. De training 'Minder boos en opstandig' wordt beschreven en van hieruit wordt er verder gegaan naar het praktijkonderzoek. De bestaande training is hier het uitgangspunt voor. Het praktijkonderzoek bestaat uit interviews met deskundigen die de training 'Minder boos en opstandig ' hebben gegeven.

Uit de onderzoeksresultaten komen aanbevelingen voor het opzetten van een agressieregulatie training voor jongeren. Deze luiden als volgt;
1. Het inbouwen van beloningen dient gedaan te worden middels complimenten, aandacht en blijk van waardering voor de jongeren. Dit heeft ook op lange termijn meer effect dan materialistische beloningen.
2. Het is belangrijk huiswerk te geven, om de training te integreren naar school en thuis toe. Het huiswerk dient kort en krachtig geformuleerd te worden.
3. Onderwerpen kunnen behouden worden zoals in MB & O, maar dan aangepast aan de doelgroep. Het gaat hierbij met name om oefeningen die aangepast dienen te worden. De G-schema's dienen gedurende de hele training behandeld te worden.
4. Het aantal deelnemers, de duur van bijeenkomsten en opbouw kan ook behouden worden wegens de te behandelen onderwerpen.
5. Voor de effectiviteit van de training is het belangrijk dat zowel ouders als school betrokken worden bij de training middels informatieavonden en regelmatig contact.