Samenvatting

In dit praktijkgericht onderzoek gaat het om hoe het Kort Middelbaar Vak Onderwijs (KMVO) de loopbaanoriëntatie en begeleidingsgesprekken (lob) kan verbeteren. Er is te weinig aandacht voor de wijze waarop docenten loopbaangesprekken kunnen voeren met studenten (Van den Eijnde, 2019). Hierdoor wordt het niet goed op de kaart gezet. Het management wil hier verandering in zien, omdat loopbaancompetenties onderdeel zijn van de kwalificatie-eisen van het mbo (MBO Raad 2012). Om hier vorm aan te kunnen geven is het belangrijk dat docenten handvatten krijgen. Hieruit is de volgende onderzoeksvraag ontstaan: Welke interventie is nodig om loopbaangesprekken van de opleiding Dienstverlening niveau 2 te laten voldoen aan de gestelde voorwaarden van een loopbaandialoog? In het theoretische hoofdstuk wordt beschreven waarom het tegenwoordig belangrijk is dat studenten hun arbeidsidentiteit ontwikkelen. Eén van de pijlers om die arbeidsidentiteit te kunnen ontwikkelen is het voeren van een goede loopbaandialoog door de docent/mentor met studenten (Meijers & Kuijpers, 2008). Het is een veranderingsproces voor docenten om in gesprekken niet meer tegen studenten, maar vooral met studenten te praten. Ik heb observaties uitgevoerd bij docenten, enquêtes bij studenten en docenten afgenomen en een interview met een directielid gevoerd om tot een interventie te komen die docenten handvatten kan bieden om een goede loopbaandialoog te voeren. Er is een loopbaangespreksformulier geïntroduceerd dat drie keer per jaar ingezet wordt ingezet om een goede loopbaandialoog te kunnen voeren. Ook het management gaat inzetten op het voeren van loopbaangesprekken in plaats van functioneringsgesprekken met docenten. Op deze manier zal er door docenten meer draagvlak, draagkracht en daadkracht ontstaan om op een professionele manier goede loopbaan gesprekken te voeren met de studenten (Kuijpers, 2007). Door het loopbaangespreksformulier gaat de focus in het onderwijs verschuiven van een ‘loopbaangesprek’ naar een ‘loopbaandialoog’