Werkplekleren in het HBO
samen op zoek naar de juiste instrumenten en handelwijze ten behoeve van een duurzame beoordeling van het leren in de praktijk binnen het deeltijdonderwijsWerkplekleren in het HBO
samen op zoek naar de juiste instrumenten en handelwijze ten behoeve van een duurzame beoordeling van het leren in de praktijk binnen het deeltijdonderwijsSamenvatting
De werkplek van studenten heeft een centrale plaats in het leerproces binnen de opleiding Sociale Studies Deeltijd. Leercoaches, de docenten van de opleiding, zijn eindverantwoordelijk voor de beoordeling van het leren op de werkplek. De leercoaches hebben beperkt zicht op wat op de werkplek van de student gebeurt. Pas tijdens het beoordelingsgesprek wordt het functioneren op de werkplek goed uitgelicht. Daar ligt een dubbele rol voor de werkplekcoach, die zowel begeleider op de werkplek als medebeoordelaar is.
Tussen de werelden van de beroepsgroepen en de opleiding bestaan verschillen die vaak ervaren worden als grenzen en worden opgevat als problematisch (Akkerman & Bakker, 2012). Volgens Akkerman & Bakker (2012) is het beter om te spreken over leermechanismen die het leerpotentieel van grenzen tussen de opleiding en het werkveld kunnen verwezenlijken. Binnen de context van dit onderzoek springt het leermechanisme ‘coördinatieproces’ er het meeste uit. In dat proces van coördinatie worden middelen en procedures nieuw ontwikkeld of aangepast, om tussen partijen te komen tot een effectievere samenwerking.
Een belangrijk element in de samenwerking is de beoordeling van dat werkplekleren, waar verschillende instrumenten voor worden gebruikt (Klink & Boon, 2014). Voor het verhogen van betrouwbaarheid en validiteit van de beoordeling is het hanteren van een mix van instrumenten aan te bevelen, mits ze robuust zijn om een eigen identiteit te behouden, maar flexibel in gebruik (Klink & Boon, 2014). Zo ontstaat een beoordelingssystematiek waarin ruimte is voor het creëren van mogelijkheden voor het leren van professioneel vakmanschap, onderzoekend vermogen en zelfontwikkeling en waarin ruimte is voor continue bijstelling (Sluijsmans, 2013).
Op basis van de probleemstelling en het theoretisch kader is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Hoe ervaren de betrokkenen bij de opleiding SSD de bijgestelde instrumenten en handelwijze ten aanzien van een onderbouwde beoordeling van het werkplekleren?
Om te kunnen beschrijven wat de ervaringen zijn met de huidige instrumenten en handelwijze bij de betrokken partijen, is een inventariserend praktijkonderzoek uitgevoerd. De drie stakeholders die te maken hebben met de beoordeling van het werkplekleren zijn meegenomen in dit onderzoek. In totaal zijn 21 mensen geïnterviewd. Vijf medewerkers van de opleiding, vijf betrokkenen uit het werkveld en elf studenten. Voor het verzamelen van de data is een interviewprotocol opgesteld. Voor alle drie de groepen is gebruik gemaakt van een semi-gestructureerd interview.
Belangrijke kernbegrippen die uit de interviews naar voren kwamen zijn:
Vanuit de leercoaches: effectieve STAR methodiek, functie persoonlijk ontwikkelingsplan.
Vanuit de studenten: onduidelijkheid in de voorbereiding, bijdragen van kritische beroepssituatie, centraal staan leerproces, vrijgelaten in methodiek, belang 360° feedback instrument.
Vanuit de werkplekcoaches: voeren van begeleidingsgesprekken, bruikbaarheid beoordelingsformulieren, inzet 360° feedback instrument.
Uit de resultaten kunnen de volgende conclusies getrokken worden:
De stakeholders vinden het werken met een kritische beroepssituatie waardevol. Dit in combinatie met de STAR methodiek heeft gezorgd voor goede en effectieve gesprekken, die op een natuurlijke manier plaats vonden. Ongeveer de helft van de studenten wil vrijgelaten worden in de keuze voor een methodiek. Het werken met rubrics helpt de studenten helpend om het leerproces inzichtelijk te maken. Studenten en docenten hebben het proces rondom de voorbereiding op het beoordelingsgesprek ervaren als rommelig en onduidelijk.
Op basis van de resultaten en conclusies worden de volgende aanbevelingen gedaan:
De opleiding moet blijven investeren in de gouden driehoek, onder andere door vanuit een gezamenlijke visie de begeleiding en beoordeling vorm te blijven geven (Reenalda, 2011). Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de al bestaande klankbordgroep van de opleiding, met daarin vertegenwoordigers uit het werkveld en studenten en docenten en de opleidingscommissie. Op deze manier kan in co-creatie gekomen worden tot een geheel van instrumenten en handelwijze dat als iets gezamenlijks wordt beschouwd (Kink & Boon, 2014).
Docenten en betrokkenen uit het werkveld willen zicht krijgen op het geleerde van de student, terwijl studenten hun handelen juist zichtbaar willen maken. Voor het verhogen van betrouwbaarheid en validiteit is het hanteren van een mix van instrumenten aan te bevelen. Ga met de drie stakeholders op zoek naar een mix van passende instrumenten daarbij (Kink & Boon, 2014), binnen en buiten de eigen organisatie en experimenteer daarmee. Zet voor schooljaar 2017-2018 een 360° feedback instrument facultatief in.
Experimenteer in schooljaar 2017-2018 met verschillende methodieken voor het voeren van een beoordelingsgesprek, geef daarbij de verplichting om het eerste beoordelingsgesprek met behulp van de STAR-methodiek te laten verlopen en laat de studenten daarna de vrije keuze. Doe in dit traject vanuit de opleiding navraag in het werkveld wat gebruikelijk is in specifieke beroepsgroepen (Willemse & de Ries, 2011).
De opleiding Sociale Studies Deeltijd steekt sterk in op de zogenaamde gouden driehoek, de verbinding tussen student- werkveld – opleiding. Dat werd ook zo ervaren door de onderzoeker. In bijna alle gesprekken werd waardering uitgesproken over wat de opleiding doet om de studenten en het werkveld te betrekken. De onderzoeker voelde een grote betrokkenheid, de wil om ervaringen te delen en meningen te geven.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Leren en Innoveren (Professional Master) |
Afdeling | Fontys Kind en Educatie |
Datum | 2017-05-15 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |