Samenvatting

Bij de jeugdzorgwerkers werkzaam bij Jeugdbescherming Brabant in Den Bosch was er handelingsverlegenheid te zien in het werken met ouders die in een complexe scheiding verkeren en als er conflicten zijn over de omgang van kinderen tussen 0-12 jaar. Dit onderzoek is daarom opgezet met als doel om de handelingsverlegenheid in kaart te brengen en om aanbevelingen te geven die kunnen bijdragen aan het verminderen van deze handelingsverlegenheid.
Tijden het onderzoek heeft de volgende onderzoeksvraag centraal gestaan: ‘Hoe kunnen jeugdzorgwerkers binnen de jeugdbescherming van Jeugdbescherming Brabant in Den Bosch in het contact met ouders in een complexe scheiding met kinderen in de leeftijd van 0 – 12 jaar, een positionerende opstelling uitstellen in gevallen dat de ouders in conflict zijn over de omgang?’
Er zijn vijf deelvragen opgesteld die hebben bijgedragen aan het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Er is een literatuuronderzoek uitgevoerd waarbij onderzocht is welke pedagogische implicaties er zijn voor een kind waarvan de ouders in een complexe scheiding verkeren. Daarnaast is er ook onderzocht welke middelen een jeugdzorgwerker in kan zetten binnen het engageren en positioneren en tegen welke spanningsvelden een jeugdzorgwerker aanloopt bij het vinden van de balans hiertussen. Ook is er onderzocht welke maatschappelijke veranderingen van invloed zijn.
Met het praktijkonderzoek zijn bovenstaande punten verder onderzocht. Daarnaast is er onderzocht welke handelingswijze van jeugdzorgwerkers volgens ouders het beste aansluit.
Na het beantwoorden van de deelvragen middels het literatuuronderzoek en het praktijkonderzoek, was het mogelijk om conclusies te trekken en hiermee de onderzoeksvraag te beantwoorden. Wat is gebleken, is dat er door de nieuwe jeugdwet meer de nadruk is komen te liggen op het engageren en dus op de eigen kracht van het gezin. Dit vraagt om een andere handelingswijze van de jeugdzorgwerkers. Op dit moment wordt er in het werken met ouders in een complexe scheidingen gewerkt volgens de aanpak Complexe Scheidingen, die erg uitgaat van positioneren. Dit staat haaks op de nieuwe jeugdwet en op de handelingswijze die ouders graag zouden zien. Daarnaast is ook gebleken dat de jeugdzorgwerkers het ontzettend druk hebben en dat cliënten dit merken en dit van invloed is op het engageren. Ook de wisselingen van jeugdzorgwerkers wordt niet als positief ervaren.
Alles bij elkaar genomen laat het zien dat er nog aanbevelingen gedaan kunnen worden omtrent de handelingswijze van jeugdzorgwerkers in het werken met ouders in een complexe scheiding.
Uiteindelijk zijn er 7 aanbevelingen geformuleerd die logisch volgen uit de conclusies en de beantwoording van de onderzoeksvraag. Hierbij is er een onderscheid gemaakt in aanbevelingen voor de organisatie en aanbevelingen voor verder onderzoek. Bij de aanbevelingen voor de organisatie kan gedacht worden aan een aanbeveling omtrent de aanpak Complexe Scheiding en het loslaten van deze aanpak. Er wordt aandacht besteed aan een andere handelingswijze, maar ook aan de wisselingen van jeugdzorgwerkers. Bij de aanbevelingen voor verder onderzoek kan gedacht worden aan het onderzoeken van de effectiviteit van de aanpak Complexe Scheidingen.