Communicatie na en tijdens een ontruiming met cliënten met autisme en een verstandelijke, auditieve en visuele beperking
Communicatie na en tijdens een ontruiming met cliënten met autisme en een verstandelijke, auditieve en visuele beperking
Samenvatting
Dit afstudeerproject richt zich op de cliënten van 1 woning binnen de afdeling zeer intensieve zorg van Viataal. De cliënten die in deze woning leven hebben te maken met diverse stoornissen en beperkingen namelijk autisme, visuele en auditieve beperkingen en verstandelijke beperkingen. Door de combinatie hiervan hebben zij specifieke hulpvragen op vele gebieden, zo ook op het gebied van communicatie.
Om de cliënten zoveel mogelijk duidelijkheid te bieden over het verloop van de dag en week wordt de dagelijkse communicatie voor deze cliënten op maat aangeboden vanuit de concept ondersteunende communicatie. Naast deze dagelijkse communicatie kunnen er situaties voorkomen die niet eenvoudig aan hen te vertellen zijn. Zo ook de situaties die ontstaat tijdens en direct na een ontruiming. Vanuit deze situatie is er gekomen tot de volgende vraagstelling:
"Wat is de beste manier om naar doofblinde cliënten met een diepe verstandelijke beperking en autisme te communiceren wat er tijdens en na een ontruiming gaat gebeuren."
Om tot een antwoord op die vraag te komen is er na het opzetten van het theoretisch kader gestart met een literatuuronderzoek. Hierin wordt beschreven vanuit welke uitgangspunten de dagelijkse communicatie met de cliënten wordt vorm gegeven. Dit wordt gedaan vanuit de concept ondersteunende communicatie. Hierbij gaat men ervan uit dat mensen met autisme betekenissen anders waar kunnen nemen dan 'gewone' mensen. Daarom is het belangrijk om in de communicatie met mensen met autisme de informatie die gegeven wordt te ondersteunen zodat de betekenis door hen goed begrepen wordt.
Om ervoor te zorgen dat de communicatie goed begrepen wordt is ook van belang de communicatie aan te passen een het niveau van de betreffende persoon. In dit hoofdstuk wordt ook beschreven wat de verschillende niveaus zijn waarop mensen met autisme kunnen communiceren (ofwel betekenis aan hun omgeving kunnen verlenen) en wat deze inhouden. De verschillende niveaus zijn het sensatie-, presentatie-, representatie, - en meta representatieniveau. Hiernaast komt er aan bod hoe deze niveaus onderzocht kunnen worden. Ook is er aandacht voor de manieren waarop veranderingen aan de mensen met autisme duidelijk gemaakt kunnen worden, namelijk het matchen en de backward chaining. Vervolgens is er in dit hoofdstuk aandacht voor de ontruiming, de invloed die dit op de cliënten heeft en tegen welke problemen je dan met deze cliënten aan kan lopen tijdens en na de ontruiming. Hierin komen onder andere de weerstand die mensen met autisme tegen veranderingen hebben en problemen die tegen gekomen kunnen worden door het fragmentarisch en monosensorisch waarnemen aan bod.
Na het literatuur onderzoek is er een dossieranalyse gedaan. Hierin werd er gekeken naar de resultaten van de Comvoor en het Sensorisch profiel, voor zover deze voor de cliënten gemaakt was. Hieruit blijkt dat de cliënten waarop dit onderzoek zich richt vooral op sensatie en presentatie niveau kunnen communiceren. Ook komt er aan bod met welke sensorische informatie rekening gehouden moet worden bij de cliënten (in hoeverre maken ze de cliënten gebruik van het zicht, horen, voelen en ruiken).
Hierna is er een voorlopige conclusie getrokken waarop de vragenlijsten voor de respondenten zijn gebaseerd. Hierin wordt onder andere benadrukt dat de communicatie met de cliënten in het hier en nu zal moeten plaatsvinden. Ook wordt de link naar een verhuisscenario gelegd, hierbij wordt ook gekeken naar de plus en min punten van het afronden van de oude woning. Deelvragen waarvan de antwoorden niet duidelijk in het literatuuronderzoek terug te vinden waren werden omgezet in vragen voor de respondenten.
Tenslotte is er een praktijkonderzoek gedaan. Hiervoor zijn vijf respondenten benaderd. Deze respondenten hadden of veel kennis vanuit autisme en het vormgeven van de communicatie, of wisten veel van de situatie rondom de ontruiming en de mogelijk en onmogelijkheden in die situatie. De resultaten hiervan zijn in het volgende hoofdstuk beschreven. Hier komen onder het belang van het afstemmen van de communicatie op het individu, het belang van herkenbaarheid en de mogelijkheden tot communicatie tijdens de ontruiming in aan bod. Ook komt er aan bod hoe de communicatie na afloop van de ontruiming vorm gegeven kan worden.
Nadat de resultaten beschreven waren, is er in de conclusie een antwoord beschreven op de hoofdvraag van het onderzoek. Hierin komt naar voren dat er vooraf niets gecommuniceerd kan worden naar de cliënten. Op het moment zelf is het, het belangrijkste dat de cliënten aan de hand worden meegenomen en zien wat er aan de hand is. Ook komt hierin naar voren dat het na afloop van de ontruiming vooral belangrijk is om herkenbaarheid te bieden aan de cliënten en zoveel mogelijk op presentatie en sensatie niveau met hen te communiceren. Dit kan beter op een niveau te laag plaatsvinden dan op een te hoog niveau, wat ze in die situatie niet kunnen begrijpen.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Pedagogiek |
Jaar | 2008 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |