Wat is het effect van fysiotherapie bij patiënten met fantoomverschijnselen? A systematic review
Wat is het effect van fysiotherapie bij patiënten met fantoomverschijnselen? A systematic review
Samenvatting
Bijna alle mensen met een amputatie hebben in meer of mindere mate last van fantoomverschijnselen. Deze verschijnselen kunnen het dagelijks leven van deze patiënten behoorlijk beïnvloeden. Ondanks het feit dat fantoompijn vaak voorkomt na een amputatie, wordt toch maar een kleine groep patiënten voor fantoompijn behandeld.13 Het is voor de patiënten van belang te weten welke therapieën de fantoomverschijnselen doen verminderen en wat zij van een behandeling kunnen verwachten. Ook voor fysiotherapeuten is het vaak onduidelijk wat de fysiotherapeutische effecten van bepaalde fysiotherapeutische interventies kunnen zijn met betrekking tot de behandeling van fantoomverschijnselen. Zeer geïnteresseerd in dit onderwerp rees de vraag: "Wat is het effect van fysiotherapie bij patiënten met fantoomverschijnselen?"
In het verslag worden verschillende items behandeld, zoals amputatie, fantoomverschijnselen en de behandeling van fantoompijn. Ook wordt in het verslag een vragenlijst verwerkt. Deze vragenlijst is afgenomen bij 10 patiënten met een beenamputatie en is bedoeld om de theoretische kennis die is opgedaan uit deze literatuurstudie te toetsen aan de praktijk.
Amputatie betekent het afzetten van een lichaamsdeel. Een amputatie gebeurt niet zomaar. Pas wanneer alle andere reconstructiemogelijkheden onmogelijk blijken te zijn wordt er overgegaan tot een amputatie. Daar kunnen verschillende oorzaken aan vooraf gaan. De meest voorkomende oorzaak is de vasculaire aandoening. Daarna komt de trauma. Verder zijn er nog een tumor of metastasen, een infectie of een aangeboren afwijking. Een amputatie kan op verschillende niveaus uitgevoerd worden. In het verslag wordt gesproken over de transtibiale (onderbeen)amputatie, de knie-exarticulatie (in de knie) en de transfemorale (bovenbeen) amputatie. 17,43
Fantoomverschijnselen zijn verschijnselen die een patiënt voelt nadat hij een amputatie heeft ondergaan. Deze verschijnselen worden dan gevoeld in het geamputeerde lichaamsdeel. De incidentie van fantoomverschijnselen varieert van 0-100%. Fantoomverschijnselen kunnen worden onderverdeeld in fantoomsensaties en fantoompijn. Fantoomsensaties zijn sensaties die men voelt in het geamputeerde lichaamsdeel. Deze sensaties worden niet als pijnlijk ervaren. Fantoompijn is pijn die in het geamputeerde lichaamsdeel wordt gevoeld.
Er zijn drie verschillende soorten fantoomsensaties, namelijk proprioceptieve of kinesthetische fantoomsensaties, kinetische fantoomsensaties en exteroceptieve fantoomsensaties. Proprioceptieve of kinesthetische fantoomsensaties zijn gevoelens met betrekking tot de houding, de lengte en het volume van het fantoomledemaat. Met kinetische fantoomsensaties worden de gevoelens van beweging aangeduid. Deze bewegingen kunnen willekeurig, onwillekeurig of geassocieerd zijn. Exteroceptieve fantoomgevoelens hebben betrekking op het gevoel, zoals tintelingen, kriebels, koude en warmte.
Fantoompijn kan op verschillende manieren ervaren worden, onder andere als een pijnlijke houding/positie, brandende pijn en pijn met een scherp, schietend of puntig karakter. 1,2, 9, 11,14, 17, 18, 23, 43, 46, 49
Er zijn vier theorieën die als gangbaar worden beschouwd om fantoompijn te verklaren. Dit zijn de Perifere theorie, de Spinaal/Segmentale theorie, de Centrale theorie ook wel de Supraspinale theorie genoemd en de Psychologische theorie. 9,10,18,23,33,46 De mogelijke oorzaak van fantoomsensaties kan op een andere manier worden verklaard. Dit kan door middel van de neuromatrix van Melzack 30,31 gedaan worden. Daarnaast is de oorzaak van fantoomverschijnselen ook te verklaren middels de kaartverschuivingstheorie van Penfield.35
Fantoomverschijnselen kunnen op verschillende manieren beïnvloed worden. Factoren die fantoomverschijnselen kunnen verergeren zijn woede, geeuwen, angst, schrik, koud weer, viscerale prikkels, gedachtenconcentraties, spieractie, aanraking van de stomp, vermoeidheid en het te lang dragen van een prothese. Verminderende factoren zijn actief oefenen, afleiding, oscillaties, warm weer, stil liggen, op de buik liggen, knijpen in de stomp, aaien van de stomp, het dragen van een prothese en rust. Ook preëxistente pijn, geslacht, amputatieniveau en leeftijd kunnen de fantoomverschijnselen beïnvloeden. 2,12,13,15,17,21
Over de oorzaken van amputatie in relatie tot het ontstaan van fantoomverschijnselen wordt verschillend geschreven. Sommige auteurs geven aan dat de oorzaak van amputatie geen invloed heeft op het wel of niet aanwezig zijn van fantoomverschijnselen, terwijl anderen wel een duidelijk verband aangeven. 1,2,17.23
Verschillende studies wijzen aan dat fantoompijn middels fysiotherapeutische behandeling te verminderen is. Een aantal fysiotherapeutische interventies die genoemd worden zijn: massagetherapie, bewegingstherapie en fysische therapie in engere zin (thermotherapie, TENS, UG). 2,6,9,13,15,17,19,23,24,26,29,33,34,43,46,49
Het doel van de fysiotherapeutische behandeling is om ervoor te zorgen dat er weer een normaal patroon van impulsen naar de hersenen ontstaat. Dit wil zeggen dat de stimuli vanuit de periferie op de juiste wijze worden geïnterpreteerd door de hersenen/ het centrale zenuwstelsel. Verder moet de fysiotherapeutische behandeling gericht zijn op maximale stimulatie van dikke gemyeliniseerde vezels in de stomp en afname van de C-vezel-input op ruggenmergniveau.
De fysiotherapeutische interventies die zijn beschreven geven op korte-termijn vaak een goed effect. Over de lange-termijn effecten kan nog weinig gezegd worden wegens gebrek aan literatuur.
Summary
Almost all people who have ever had limbs amputated go through phantom limb experiences, which may influence their lives considerably. However, only few patients are being treated. For these patients it is important to know which therapies exist and what they can expect from these treatments.
Only few physiotherapists are familiar with the effects of physical therapy dedicated to phantom limb experiences. This gave rise to the main question of this study " Which are the effects of physical therapy in treating phantom limb experiences?"
In this study, different items such as amputation, phantom limb experiences and the treatment of these experiences are discussed. A questionnaire taken of 10 patients with a lower limb amputation is appended to this report. This questionnaire compares the results of this study with daily practice.
Amputation is defined as the removal of a limb. An amputation is carried out only when there are no other possibilities left to maintain the limb. There are various causes for amputation: infections, trauma, cancer, vascular diseases, or congenital disorders. An amputation can be done on various places on the body. In this study, we discuss transtibial amputation, knee-exarticulation, and transfemural amputation.
Phantom limb experiences may occur in the missing limb after an amputation. However, a patient does not necessarily have such an experience. In this study, we discriminate between phantom limb sensation and phantom limb pains; the latter are more intense experiences. Phantom limb sensation can be subdivided in proprioceptive (or kinesthetic) , kinetic and exteroceptive sensations. Proprioceptive feelings are feelings regarding volume, length and posture. Kinetic sensations are feelings regarding movements that can be arbitrarily, instinctively or associated. Exteroceptive sensations concern the experiences of feeling like tingles, itches, cold and warmth. Phantom limb pain can be felt as a painful posture, a burning pain or as a sharp, shooting pain.
There are four theories that can explain phantom limb pain: peripheral theory, spinal (segmental) theory, the central or supraspinal theory and psychological theory. The possible cause of phantom limb sensations can be explained by Melzack's neuromatrix. Ramachandran can explain phantom limb experiences as a whole with the so-called 'Map shifting' theory.
Phantom limb experiences can be influenced in different ways. Factors aggravating phantom limb experiences are anger, yawning, fear, shock, cold weather, visceral triggers, thoughts, muscle action, tough of the stump, fatigue and wearing the prostheses for too long. Factors tempering phantom limb experiences are active movements, distraction, oscillations, warm weather, lying still, lying prone, squeezing the stump, caressing the stump, wearing of a prostheses and rest. Other influencing factors are pre-existent pain, sex, amputation level and age. There is no consensus about the causes of amputation in relation to the existence of phantom limb experiences. Some authors suggest that the amputation level does not influence the experience of phantom limb experiences, whereas others suggest a distinct relation.
Several studies describe the treatment of phantom limb pain. The treatment of phantom limb sensations has not been not discussed in this study due to lack of academic literature. Physiotherapeutic interventions for phantom limb pain are: massage, exercising therapy and electrical therapy. The first objective of physical therapy is to create a normal pattern of impulses to the brain. That means that the central nervous system must interpret the peripheral stimuli correctly. A second objective of this therapy is the maximal stimulation of large myelinisated fibers and the decrease the input of small fibers to the spinal cord.
As a general conclusion, physical therapy seems to offer good temporary relief, but more research in the area of phantom limb experiences should produce evidence on long-term effects.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Fontys Paramedisch |
Jaar | 2002 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |