Begeleiding voor suïcidaal gedrag bij mensen met een licht verstandelijke beperking
Begeleiding voor suïcidaal gedrag bij mensen met een licht verstandelijke beperking
Samenvatting
Het onderzoek richt zich op de begeleiding van mensen met een licht verstandelijke beperking en suïcidaal gedrag. De vraag die in dit onderzoek centraal wordt gesteld is als volgt: hoe kunnen de sociaal agogen, werkzaam op een woonvoorziening voor cliënten met een licht verstandelijke beperking de leeftijd tussen 23 en 39 jaar binnen de zorginstelling op locatie V, begeleiding aan cliënten met suïcidaal gedrag verbeteren?
In de praktijk blijkt dat de sociaal agogen moeite hebben met het bespreekbaar maken van suïcidaal gedrag. De sociaal agogen weten hierin niet goed hoe te handelen en hebben hierin weinig voorkennis gehad. In het kwalitatief onderzoek zijn daarom semigestructureerde interviews gehouden met negen professionals die voorafgaand aan het interview een informed consent formulier ingevuld hebben. De interviews zijn afgenomen met hulp van een topic lijst. De transcripten zijn naderhand gecodeerd om de resultaten inzichtelijk te krijgen.
De onderzoeker wil kennis en inzicht krijgen in hoe de sociaal agogen suïcidaal gedrag binnen de woonvoorziening voor mensen met een licht verstandelijke beperking kunnen signaleren en verbeteren. Vanuit daar worden er aanbevelingen gedaan aan de sociaal agogen binnen locatie V van de zorginstelling. Uit het onderzoek is gebleken dat de probleemanalyse en conclusie overeen komen. De sociaal agogen zijn onzeker tijdens het gesprek met mensen met een licht verstandelijke beperking en suïcidaal gedrag. De deskundigen, zoals sociaal psychiatrisch verpleegkundige en een gedragsdeskundige, zijn daarentegen wel zeker. De sociaal agogen geven aan weinig voorkennis te hebben over het onderwerp en willen hun expertise hierin uitbreiden.
De conclusie is daarom dat er aanbevelingen gedaan zijn over het bespreekbaar maken van het suïcidaal gedrag door vertelplaten, het opdoen van kennis over suïcidaal gedrag door het volgen van trainingen en het begeleiden aan de hand van een signaleringsplan. Tevens blijkt dat het goed mogelijk is dat er een vervolgonderzoek gedaan kan worden over de nazorg van de sociaal agogen binnen de organisatie. De sociaal agogen ervaren weinig nazorg na een incident betreft suïcidaal gedrag vanuit de organisatie. De deskundigen geven daarentegen weer aan dat er verschillende nazorg mogelijkheden beschikbaar zijn.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Sociale Studies |
Datum | 2021-06 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |