Samenvatting

SAMENVATTING
Een dropvoet is een vaak voorkomende functiebeperking ten gevolg van een Cerebrale
Vasculaire Aandoening (CVA). Hiervoor zijn verschillende voorzieningen beschikbaar. Het
is echter niet altijd duidelijk welke voorziening het meest geschikt is voor een cliënt. In
dit eindwerk wordt daarom vier verschillende voorzieningen getest op diverse parameters
zoals de gemaakte flexiehoeken van de enkel en knie tijdens de zwaaifase en het
afwikkelpatroon van de voet.
Werkwijze
De bestudeerde voorzieningen zijn de Confectie AFO, Dictusband, NESS L300 en de
Peroneusveer. Deze zijn gespiegeld aan de parameters zoals gemeten bij het lopen
zonder voorziening en aan de literatuur. De gemeten parameters zijn de inspanning bij
het lopen, de snelheid, afwikkeling, spieractiviteit, het verloop van de grondreactievector
(GRV) en misschien wel de belangrijkste, namelijk de flexiehoeken van de heup, knie en
enkel. Daarnaast is een belangrijk aspect binnen de orthopedie behandeld, namelijk de
persoonlijke mening van de cliënt. Hier wordt evenzeer waarde aan gehecht.
Om deze parameters te testen zijn meetprotocollen opgesteld. De vergeleken
voorzieningen en parameters worden per parameter beoordeeld. De beoordeling is
enerzijds gebaseerd op de mate waarin een voorziening de, in de literatuur beschreven,
parameters benadert. Anderzijds worden deze beoordeeld op een toename van functie en
acceptatie van de cliënt.
Conclusie
Op basis van functionele vergelijking en de vergelijking tussen de gemeten parameters
en de in literatuur beschreven parameters komt de NESS L300 als beste naar voren. Op
basis van de gemeten parameters in vergelijking met de in de literatuur beschreven
waarden van de parameters komt de Dictusband ook als potentiële kandidaat omdat de
Dictusband op veel vlakken een verbetering toonde. Echter op functioneel vlak schiet de
Dictusband te kort op het essentiële punt, namelijk het compenseren van de dropvoet.
Mogelijk kan de voorziening worden aangepast, waarmee de Dictusband een reële optie
wordt. Verder onderzoek wordt aanbevolen.
De Peroneusveer verminderd de huidige functies van de cliënt en de confectie AFO laat
weinig functionele verbeteringen zien.
Wel moet een kritische vervolgvraag gesteld worden met betrekking tot de kosten.
Namelijk; staat de functionele toename door gebruik van de NESS L300 in verhouding
met de kosten? De meningen hierover zijn verdeeld. De cliënt is van mening dat het zijn
geld meer dan waard is vanwege het comfort en het terugkomen van spieractiviteit en
functie, die de cliënt toeschrijft aan het gebruik van de NESS L300. De persoonlijke
perceptie blijkt bij het voorschrijven erg belangrijk.
Aanbevelingen:
Het resultaat van de metingen beschouwend zou onderzoek naar het verbeteren van de
functionaliteit van de Dictusband zeer interessant zijn. Deze zou dan een goedkope
(tijdelijke) oplossing zijn voor het compenseren van de dropvoet.
In de toekomst is het interessant om metingen uit te breiden op vlak van te meten
parameters, voorzieningen en cliënten, om op die manier meer inzicht te krijgen in de
resultaten door gebruik van voorzieningen.
Mogelijk zullen toekomstige metingen de gevonden resultaten bevestigen of zullen aan
de hand van die metingen de huidige conclusies moeten worden herzien.

SUMMARY
A drop foot is an often occurring limitation in function as a result of CVA. In this case
there are several orthopaedic are devices available. It is however not clear which device
is most suitable for a client. In this thesis four different provisions will be tested on
various parameters, such as the flexion angles of the ankle and knee during the swing
phase and the gait pattern of the feet.
Working method
The studied orthopaedic devices are the Confection AFO, Dictusband, NESS L300 and the
Peroneal spring. The orthopaedic devices are mirrored to the parameters as measured
with walking without a orthopaedic devices and to the literature. The measured
parameters are the afford with walking, speed, gait pattern and muscle activity. The
progress of the ground reaction force vector, most importantly, the flexion angles of the
hip, knee and ankle. Next to this, the personal opinion of the client must be attended to.
This is valued as much as the other parameters.
To test these parameters measure protocols have been set up. The compared
orthopaedic devices and parameters are criticized per parameter. The criticism is on one
hand based on the degree in which a orthopaedic device approaches the described
parameters in literature. On the other hand tare criticized on the increase of function and
acceptations of the client.
Conclusion
Based on the functional comparison and the measured parameters compared to the in
the literature described values of the parameters, the NESS L300 reveals best.
Based on the measured parameters compared to the literary described values of the
parameters the Dictusband is also a potential option, which showed improvement on
many aspects. However to prevent a drop foot, the Dictusband is not providing on the
same level as the NESS L300. If the Dictusband could be adjusted, it would become a
realistic option. Further investigation is suggested.
The peroneal spring lessens the current function of the client and the confection AFO
shows too little functional improvement.
Still a critical question must be asked with regard to expenses. "Is the functional increase
by using the NESS L300 in comparison with the expenses?"
The opinions about this are divided. The client believes it is worth the money because of
the comfort and regaining of muscle activity and function, which the client ascribes to the
use of the Ness L300. The personal perception appears very important with prescription.
Recommendations
Looking at the results of the measurements, investigation of improving the functionality
of the Dictusband would be interesting. This could be a inexpensive (temporal) solution
for the drop foot compensation.
In the future it is interesting to expand measurements when it comes to measurable
parameters, provisions and clients, to gain more knowledge about the result of use of
provisions.
Future measurements may confirm the gained results or they should be reconsidered