Samenvatting

Er is onderzoek gedaan naar hoe een werkboek bewegingsanalyse eruit moet zien. Daarvoor is kennis van drie onderwerpen nodig: verbindingen tussen botstukken, spieren en biomechanica.

Met die kennis is het mogelijk om een bewegingsanalyse van een bepaalde (sport)beweging uit te voeren. Een les in bewegingsanalyse is uitgevoerd op De Nieuwste School, deze school werkt met een ander soort onderwijssysteem. Hierbij wordt de zelfstandigheid en nieuwsgierigheid van de leerling geprikkeld.

Het werkboek is door middel van een ontwikkelingsonderzoek tot stand gekomen. Het ontwikkelingsonderzoek is onder te verdelen in drie fases. De eerste fase is een interview met een expert natuurkunde, met als doel het cognitieve niveau van de leerlingen vast te stellen. De uit het interview verkregen informatie wordt gecontroleerd door de afname van een natuurkundige proefopdracht. Ten slotte vullen de leerlingen een vragenlijst in, daar kunnen ze interesse en motivatie voor een les bewegingsanalyse aangeven. Het ontwikkelingsonderzoek heeft belangrijke resultaten opgeleverd. Leerlingen zijn bijvoorbeeld vooral geïnteresseerd in opdrachten die gaan over spieren en gewrichten. De interesse in biomechanica is in mindere mate aanwezig. Leerlingen willen in kleine groepen werken, maar er moet wel klassikaal informatie gegeven worden. Deze resultaten in acht genomen bij de ontwikkeling van het werkboek.

Het werkboek is in gebruik genomen, de leerlingen hebben de les bewegingsanalyse uitgevoerd. De opdrachten in het werkboek zijn gemaakt, daarnaast hebben de leerlingen het evaluatieonderzoek ingevuld. Uit het evaluatieonderzoek zijn de sterktes en zwaktes van het werkboek naar voren gekomen. Zo blijkt dat een aantal aspecten voor verbetering vatbaar zijn. De hoeveelheid opdrachten is te groot, de leerlingen willen meer opdrachten maken waarbij je zelf actief bezig bent. Daarnaast vinden de leerlingen dat opdrachten die te maken hebben met biomechanica moeilijk en ook minder leuk om te maken.