Samenvatting

Samenvatting
Integraal werken is de tendens in het werken van de overheid op zowel rijks- provinciaal- en gemeentelijk gebied, en op zowel het niveau van beleid, vergunningverlening en handhaving. In dit onderzoek is integrale handhaving op (juridisch) procedureel gebied en op organisatorisch gebied onderzocht. In het onderzoek is tevens de 'Coördinatieregeling Wet op de Ruimtelijke Ordening' betrokken. Deze regeling loopt vooruit op het stelsel van de omgevingsvergunning. Met deze regeling kan een gemeente bepaalde vergunningen procedureel op elkaar afstemmen en bundelen zodat voor alle vergunningen maar één (beroeps)procedure gevoerd hoeft te worden. De systematiek van dit instrument wordt in dit onderzoek dan ook gebruikt, door te kijken in hoeverre deze van toepassing verklaard kan worden op de integrale handhavig.

Hierbij komen vier procedureverschillen binnen de verschillende handhavingtrajecten aan het licht. Deze verschillen betreffen:
1. Legalisatieonderzoek
2. Flankerend beleid handhaving milieuregelgeving
3. De rechtsgang
4. Procedures verschillen in looptijd
Op procedureel gebied blijkt integrale handhaving met de huidige wet- en regelgeving slechts op beperkte schaal mogelijk vanwege vastliggende wetgeving. Het toepassen van de systematiek van de 'Coördinatieregeling WRO' biedt hierin nauwelijks oplossingen. Ook kan geconcludeerd worden dat de systematiek van de coördinatieregeling niet voorziet in het integraal handhaven van de gebundelde besluiten bij het toepassen van de coördinatieregeling. Hiervoor zal eerst op verschillende punten de wetgeving aangepast moeten worden.

Op organisatorisch gebied blijkt bij de integrale handhaving 'Communicatie' hét sleutelwoord. Zowel interne- als externe communicatie. De communicatie tussen de toezichthouders onderling is bij integrale handhaving het belangrijkst. Deze communicatie heeft betrekking op de oog- en oorfunctie die door de toezichthouders wordt toegepast tijdens controles door overtredingen op andere taakvelden op te sporen. Dit kan op een goede manier worden opgezet door het toepassen van de vorm van integrale handhaving 'Toezichthouders die voor elkaar waarnemen'. In deze vorm van integrale handhaving wordt gebruik gemaakt van checklisten met betrekking tot de verschillende taakvelden die tijdens de controles worden ingevuld en na de controles met de betreffende toezichthouder(s) worden kortgesloten. Hierdoor kan handhaving op een goede manier worden uitgevoerd terwijl een minimaal aantal controles op het betreffende adres uitgevoerd dienen te worden.