Het kind aan het stuur
groeien in eigenaarschapHet kind aan het stuur
groeien in eigenaarschapSamenvatting
Dit PGO in het kader van de studie Master Educational Needs onderzoekt het inrichten van een krachtige leeromgeving voor leerlingen uit de derde graad van het basisonderwijs, zodat ze zich meer eigenaar voelen van hun leerproces en hun intrinsieke motivatie verhoogt. Het doel van dit onderzoek is om leerlingen die afwachtend gedrag vertonen en weinig initiatief nemen zich verantwoordelijk te laten voelen voor hun leerproces en actief erin te laten functioneren. Onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen veranderen ook onderwijskundige inzichten (21ste eeuwse sleutelcompetenties, Van den Branden, 2018) op het vlak van het toekennen van meer eigenaarschap aan de leerlingen, zodat ze vanuit hun mogelijkheden bepaalde kennis, vaardigheden en attitudes ontwikkelen om deze later efficiënt in te zetten.
In het theoretisch kader worden de kernbegrippen ‘motivatie’, ‘eigenaarschap’ en ‘krachtige leeromgeving’ verduidelijkt. De basisbehoeften verbondenheid, autonomie en competentie (Deci & Ryan, 2000), die leiden tot intrinsieke motivatie, vormen het uitgangspunt van deze leeromgeving. Om een dergelijke omgeving slaagkansen te geven, moeten leerkrachten een pedagogische verandering te weeg brengen. In het realiseren van een krachtige leeromgeving die eigenaarschap bevordert, speelt het loskomen van het uniform lesgeven een essentiële rol. Leerkrachten, ouders en leerlingen staan achter dit idee en zien graag handvaten aangereikt ter bevordering van de motivatie door het geven van meer eigenaarschap, middels het invoeren van een weekcontract met weekdoelen en het geven van efficiënte feedback (Van der Wulp, 2018). De onderzoeksvraag hierbij luidt als volgt: “Door welke aanpassingen in de leeromgeving krijgen de leerlingen van de derde graad van basisschool X meer eigenaarschap over hun leerproces waardoor hun intrinsieke motivatie wordt vergroot?”. Ter beantwoording van de onderzoeksvraag is er een actieonderzoek uitgevoerd waarbij zowel kwantitatieve als kwalitatieve instrumenten gebruikt zijn ter versterking van de brontriangulatie. Leerlingen, ouders en leerkrachten van de leerlingen van het vijfde leerjaar van de onderzoeksschool worden door de onderzoeker bevraagd naar hun beleving rond motivatie en het geven van meer eigenaarschap. Observaties en interviews omtrent het inrichten, door de leerkrachten van het vijfde leerjaar, van een krachtige leeromgeving voor de leerlingen, middels het werken met een weekcontract met weekdoelen en het geven van feedback, worden uitgevoerd en interventies bijgestuurd. Na afloop van de interventies worden ervaringen van leerkrachten en leerlingen van de derde graad besproken in een focusgroep. Resultaten uit de dataverzameling tonen aan dat het werken met een weekcontract en weekdoelen alsook het hanteren van constructieve feedback het gevoel van eigenaarschap vergroot. De leerkrachten stelden vast dat het samenwerkend, betekenisvol en activerend leren een positief effect hebben op de intrinsieke motivatie van de leerlingen, wat ook beschreven wordt in de theorie van Vansteenkiste (2018). Corona maakte een kritische kanttekening bij het onderzoek omdat er sprake was van een kortdurende afwijkende onderwijssetting. Tot slot is er advies uitgebracht op het vlak van facilitering op school -en teamniveau om effectief vorm te geven aan verdere ontwikkelingen. De focus ligt daarbij op het professionaliseren van de leerkrachten op het vlak van het geven van feedback op zelfsturingsniveau, het creëren van een doorgaande lijn in alle klassen van de basisschool en het zetten van een eerste stap richting gepersonaliseerd leren.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Datum | 2021-05-03 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |