Samenvatting

Onderzoekend leren, een term die in het huidige onderwijs vaak voorkomt. Basisscholen in heel Nederland zijn bezig met het inzetten van dit concept bij vakken als Natuur & Techniek. Er worden echter ook problemen ondervonden in dit proces. Kunnen kinderen zelfstandig aan de slag met onderzoekend leren? Of moet de leerkracht hier sturing bij geven? Maar in welke mate?

Het doel van dit onderzoek is om er achter te komen in hoeverre de sturing van de leerkracht van belang is bij onderzoekend leren. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Zijn leerlingen van 7/8 jaar die een Natuur & Techniek-onderwerp met behulp van gestructureerd onderzoekend leren hebben behandeld beter in staat hogere ordevragen te beantwoorden dan leerlingen die hetzelfde onderwerp met behulp van de klassieke onderwijsaanpak hebben behandeld? Er wordt hier een onderscheid gemaakt tussen twee verschillende aanpakken, één met meer en één met minder sturing van de leerkracht. De hogere ordevragen zijn vragen die zich richten op het kritisch nadenken, probleemoplossend vermogen, discussiëren en het zelfstandig op zoek gaan naar informatie (“Taxonomie van Bloom”, z.d.).

Om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag is een experiment uitgevoerd waarvoor twee groepen van elk twaalf deelnemers in de leeftijd van 7/8 jaar les hebben gekregen door middel van de verschillende aanpakken. Vervolgens is gemeten hoe hoog deze leerlingen scoorden op de hogere ordevragen van de toets.​