Samenvatting

In dit onderzoeksverslag wordt antwoord gegeven op de vraag: ‘Hoe kan een gezinsvoogd van een jongere die geplaatst wordt in een gezinshuis, bijdragen aan de totstandkoming van een constructieve samenwerking tussen biologische ouders en gezinshuisouders?’ Om antwoord te geven op de hoofdvraag, heeft er literatuurstudie plaatsgevonden over de taken van een gezinsvoogd en een samenwerking met de inzet van een gezinsvoogd. Met deze kennis zijn interviews gehouden met gezinsvoogden vanuit verschillende organisaties. Aan de hand van deze uitkomsten is een expert geïnterviewd om te onderzoeken hoe organisaties de inzet van een gezinsvoogd kunnen benutten volgens de aanwijzingen uit de literatuur en praktijk. Concluderend uit het onderzoek is gebleken dat het van belang is om betrokkenen mee te nemen bij een plaatsing en het proces van een uithuisplaatsing. Daarnaast is er een match nodig. Op basis hiervan zijn aanbevelingen opgesteld voor betrokken organisaties.