Samenvatting

Het onderzoek naar gedrag bespreken met gezinshuispubers is een kwalitatief onderzoek. Het is uitgevoerd in opdracht van het Lectoraat Jeugd en Gezin van de Christelijke Hogeschool Ede en is uitgevoerd door Josca Bor- Kuijt en Suzanne van Veen. De uitkomsten van het onderzoek zijn gebaseerd op een videoanalyse van 5 gezinshuizen in Nederland. Het onderzoek heeft als doel om te onderzoeken op welke wijze gezinshuisouders vaardigheden in kunnen zetten om uitval bij gezinshuispubers in Nederland tegen te gaan, zodat ze niet overgeplaatst hoeven te worden naar een andere residentiele hulpverleningsinstantie. In het onderzoek hebben de onderzoekers zich gericht op het bespreken van het gedrag van pubers, met pubers, zodat er een leerbare situatie en toekomstgerichtheid ontstaat.

De ontdekkingen die ze gedaan hebben, zijn dat de volgende vijf punten van belang zijn bij het bespreken van gedrag met gezinshuispubers: Het maken van afspraken en regels met betrekking tot gedrag; Verwachtingen uitspreken omtrent het gedrag; Het bespreken van positief gedrag; Het bespreken van negatief gedrag; Het inzicht in gedrag van pubers door aansporen/stimuleren. Bij al deze vijf punten is het van belang om concreet en duidelijk te zijn. Ook is het belangrijk dat de gezinshuisouders bij het geven van negatieve feedback de boodschap bij zichzelf houden. Daarnaast is het krachtig als gezinshuisouders positieve dingen niet in een ik- vorm brengen maar in een algemene vorm waardoor het als een feit gepresenteerd wordt. Ook is het van toegevoegde waarde dat de gezinshuisouders hun verwachtingen die betrekking hebben op zelfstandig worden of het gedrag, expliciet benoemen.