Jongeren in gezinshuizen
Een onderzoek naar het bieden van regels en structuur vanuit mentalisatieJongeren in gezinshuizen
Een onderzoek naar het bieden van regels en structuur vanuit mentalisatieSamenvatting
Voor een goede hechting zijn zowel het bieden van regels en structuur als het mentaliseren belangrijke voorwaarden. Over beide punten is weinig tot geen kennis beschikbaar over relaties tussen gezinshuisouders en gezinshuisjongeren. Samen met het signaal dat er veel uitval is in gezinshuizen, is het zeer urgent dat hier kennis over komt. Vanuit deze probleemstelling volgt de hoofdvraag van dit onderzoek: ‘Welke rol speelt mentaliseren met betrekking tot het bieden van regels en structuur en hoe wordt het zichtbaar in de interactie tussen gezinshuisjongeren van 12 tot 18 jaar en gezinshuisouders?’
De hoofdvraag is onderzocht aan de hand van drie deelvragen. Om een antwoord te geven op deelvraag één is er aan hand van de literatuurstudie gekeken naar wat jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar nodig hebben in gezinshuizen qua regels en structuur. In deelvraag twee wordt er beschreven wat mentaliseren is en hoe dit met het bieden van regels en structuur gecombineerd kan worden. Om deze deelvraag te beantwoorden, is er ook gebruik gemaakt van een literatuurstudie. In deelvraag drie is er onderzocht hoe het bieden van regels en structuur vanuit mentalisatie binnen gezinshuizen zichtbaar wordt. Dit is onderzocht aan de hand van een conversatieanalyse.
De conclusies die uit de deelvragen en tijdens het beantwoorden van de hoofdvraag zijn ontstaan worden hieronder kort geformuleerd.
Er blijkt dat er in de literatuur veel informatie te vinden is over wat jongeren van 12 tot en met 18 jaar nodig hebben aan regels en structuur, maar dat er weinig bekend is over wat specifiek gezinshuisjongeren nodig hebben. Wat wel bekend is, is dat zij extra behoefte hebben aan duidelijkheid, structuur en grenzen, omdat zij dit in veel gevallen niet hebben geleerd en/of hebben meegekregen als kind (Molenaar, 2013). Over hoe gezinshuisouders dit concreet kunnen bieden, is echter niet veel geschreven in de literatuur.
Volgens Allen, Fonagy en Bateman (2008) is mentalisatie een bewustwording van mentale toestanden bij jezelf en bij anderen. Mentalisatie in combinatie met het bieden van regels en structuur wordt zichtbaar wanneer gezinshuisouders zich inleven in de gezinshuisjongeren en nadenken over de gedachten, behoeften en gevoelens van de gezinshuisjongeren en op basis hiervan regels en structuur bieden. Wat al bekend is, is dat jongeren behoefte hebben aan duidelijkheid. Dit kan gecreëerd worden door regels en structuur. Wat daarbij belangrijk is, is dat wanneer er teveel nadruk op inleving wordt gelegd, er geen regels en structuur geboden wordt en er geen veiligheid gecreëerd wordt. Andersom geldt dit ook. Een te grote focus op regels en structuur kan voor onveiligheid zorgen vanwege het gebrek aan inleving en mentalisatie. Kort gezegd is een balans van belang, zoals het aanvoelen en inspelen op de behoeften van gezinshuisjongeren en daarop de regels en grenzen aanpassen.
De focus in deelvraag drie lag op hoe gezinshuisouders corrigeren en aan de hand daarvan werd er gekeken naar de mate van mentalisatie. Er zijn vijf manieren van corrigeren ontdekt. Deze vijf manieren van corrigeren zijn: directief, declaratief, vragend, humoristisch en indirect corrigeren. Bij elke manier van corrigeren kwamen er aspecten van mentaliseren voor, bij de één meer dan bij de ander. Ook is het opvallend dat over de humoristische en indirecte manier manier van corrigeren weinig tot niets is geschreven in de literatuur.
Op basis van bovenstaand conclusies zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd:
- In gesprek gaan met de gezinshuisouders over of zij de verschillende manieren van corrigeren bewust of onbewust inzetten. Op basis hiervan en op bovengenoemde vervolgonderzoek, concrete handvatten creëren over hoe gezinshuisouders concreet regels en structuur kunnen bieden aan gezinshuisjongeren vanuit mentalisatie.
- Vervolgonderzoek naar de humoristische en indirecte manier van corrigeren, omdat hier vanuit de literatuur weinig over bekend is, maar op de videobeelden zichtbaar was dat het efficiënte manieren zijn om te corrigeren.
- Vervolgonderzoek naar de overige videobeelden die vanwege tijdsgebrek niet zijn geanalyseerd, om zo een duidelijker en grote beeld te verkrijgen met aanvullende informatie, waardoor de validiteit nog groter wordt.
- Vervolgonderzoek naar het onderwerp ‘structuur’, omdat er in dit onderzoek vooral is ingegaan op ‘regels’ en ‘corrigeren’. Het onderwerp ‘structuur’ valt hier ook onder, maar wij zijn van mening dat er meerdere aspecten van structuur zijn en dat de andere aspecten ook relevant kunnen zijn.
Organisatie | Christelijke Hogeschool Ede |
Opleiding | Social Work |
Partner | Lectoraat Jeugd en Gezin, Christelijke Hogeschool Ede |
Jaar | 2017 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |