Een containerwoning, een duurzame en flexibele oplossing?
Een containerwoning, een duurzame en flexibele oplossing?
Samenvatting
De huidige maatschappij veranderd snel, het wordt op allerlei terreinen (arbeid, zorg en consumptiegedrag) steeds dynamischer en de verschillende behoeftes van mensen lopen uiteen. Hierin spelen flexibiliteit en individualisering van de mens een grote rol. Deze veranderingen (trends) ziet men niet terug op de woningmarkt, waardoor steeds meer mensen geen passende woning kunnen vinden. Het bedrijf C3 Living zoekt in deze maatschappelijke veranderingen een passende oplossing voor het niet passend wonen. Zij hebben een concept ontwikkeld waarbij een transsportcontainer omgezet wordt naar huisvesting. Echter ondervinden zij binnen het concept verschillende problemen waardoor er een verbeterslag op het huidige concept gevraagd is.
De bedrijfsproblemen die zijn ontstaan met het huidige concept zijn: het concept voldoet niet aan permanente huisvesting, het beperkte gebruik van Cradle to Cradle materialen en dat de terugname van het product en daarbij de materiaal scheiding inefficiënt gebeurd. Daarnaast dient er meer flexibiliteit in de verbeterslag van het huidige concept aanwezig te zijn door viergebruiksfuncties (woon, zorg, kantoor en logiesfunctie) op te nemen in één ontwerp.
Het doel van het onderzoek is een verbeterslag maken op het huidige concept. De volgende onderzoeksvraag is hiervoor opgesteld: Hoe kan één ontwerp gemaakt worden, op basis van transportcontainers, voor vier gebruiksfuncties, dat voldoet aan permanente huisvesting volgens het Nederlandse Bouwbesluit, ontworpen vanuit Design for Disassembly en waar Cradle to Cradle materialen toegepast zijn?
De eerste stap die genomen is om de hoofdvraag te beantwoorden is het uitvoeren van een onderzoek naar de eisen vanuit Bouwbesluit. Hieruit is een ruimtelijk programma van eisen ontstaan en een toetsingsmodel voor het definitieve ontwerp. Vanuit deze eisen is gebleken dat er twee High Cube containers benodigd zijn. De tweede stap was het inzichtelijk maken van alle Cradle to Cradle materialen die toegepast kunnen worden in het project. De derde stap is het onderzoeken welke ontwerpvoorwaarden er aanwezig zijn in Design for Disassembly. Hieruit komt naar voren dat Design for Disassembly voor gebouwen twee onderdelen heeft. Het eerste onderdeel omvat de snelheid en efficiëntie van het assemblage en demontageproces en het tweede onderdeel omvat de levensduur en het onderhoud van het materiaal.
De vierde stap was het uitvoeren van een casestudie naar soortgelijke projecten en het toetsen van het huidige concept van C3 Living. Hiervoor zijn criteria opgesteld voor permante huisvesting, Design for Disassembly, duurzaamheid, seriematige bouwmethodiek en woonkwaliteit. Uit de ingevulde tabellen komt naar voren dat er weinig projecten ontworpen zijn volgens Design for Disassembly en er weinig gebruikt gemaakt wordt van Cradle to Cradle materialen. Met behulp van de Casestudie zijn de ambities van de verbeterslag van het huidige concept opgesteld.
De vijfde stap was een selectieonderzoek naar de materialen, installaties en het ontwerp. Het selectieonderzoek materialisatie komt voort uit twee voorafgaande onderzoeken Cradle to Cradle en Design for Disassembly. De afweging van de materiaalkeuze is gemaakt aan de hand van een multicriteriatabel en een SWOT-analyse. Het selectieonderzoek installatie is een toetsing vanuit het bouwbesluit om een installatie te selecteren die voldoet binnen de EPC-grenzen. Daarbij waren enkele uitgangspunten opgesteld: geen gebruik van fossiele brandstoffen en kleine installatie. Hieruit is de volgende installatie gekozen: Elektrische opwekker (verwarming), Elektrische doorstromer (warmtapwater) en ventilatiesysteem C – natuurlijke toevoer en mechanische afvoer.
E. Dudok 2078579
R. de Nies 2071749
Voor het maken van één ontwerp met een indeling van de vier gebruiksfunctie zijn verschillende schetsen gemaakt. Hierbij is een sterkte-zwakte analyse uitgevoerd op de verschillende varianten. Hieruit is het definitief ontwerp gekozen.
In de uitwerking van het definitief ontwerp wordt bij elk criteria een vergelijking gemaakt tussen het huidige concept, opgestelde ambities en eindproduct op basis van het toetsingsmodel afkomstig uit de casestudie.
Er dient er een nadere verdiepingsslag gemaakt te worden op de uitwerking en uitvoering van het definitief ontwerp. Zo zijn er in het project geen constructieberekeningen gemaakt en is de brandveiligheid van het ontwerp niet omschreven. Daarnaast dient de badkamer-unit technisch uitgewerkt te worden volgens Design for Disassembly, omdat het als key-element fungeert in het ontwerp.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Opleiding | AB&I Academie voor Bouw en Infra |
Bouwkunde-Tilburg | |
Partner | Avans Hogeschool |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |