Wat maakt jou gelukkig?
Het stilstaan bij de waarde van geld ten aanzien van levensgelukWat maakt jou gelukkig?
Het stilstaan bij de waarde van geld ten aanzien van levensgelukSamenvatting
Voor goed onderwijs moet er volgens onderwijspedagoog Biësta (2015) verder worden gekeken dan alleen naar meetbare opbrengsten. Goed onderwijs is volgens hem niet leerstofgericht of kindgericht, maar wereldgericht. Wanneer er enkel ingezet zou worden op leerstof, wordt er het risico gelopen voorbij te gaan aan het belang van het kind. Daarentegen gaat de kindgerichte visie voorbij aan het feit dat kinderen in het onderwijs wel iets leren en dat ze met een bepaald oogmerk leren. Een uitweg is de wereldgerichte visie waarin het bestaan van het kind in en met de wereld centraal staat. De wereld is hierbij alles wat ten opzichte van het kind anders is.Ieder kind leidt een ander bestaan in en met eenzelfde wereld. Hoe ieder kind dat bestaan leidt, wordt bepaald door de eigen levensbeschouwing, wat volgens de Van Dale (2016) wordt gedefinieerd als iemands beoordeling en opvatting van het bestaan. Waar het ene kind opgroeit in een weelde aan bezittingen, leidt een ander kind een bestaan met minder. Wat iemand nodig heeft om geluk in zijn bestaan te ervaren, hangt dus sterk af van iemand zijn levensbeschouwing.
De onderzoeksvraag die aansluit op het thema is: “Hoe kan ik met de kinderen uit groep 8 van o.b.s. Rubenshof in Oosterhout stilstaan bij wat voor hen de waarde is
van geld ten aanzien van een ieder zijn levensgeluk?” Het onderzoek bestaat uit twee delen, een theoretisch onderzoek en praktijkactiviteiten. In het tweede hoofdstuk wordt een theoretisch antwoord gezocht op de onderzoeksvraag door deze te belichten vanuit een viertal invalshoeken. Er wordt gestart met de identiteit van mijzelf en als leraar (2.1). De identiteit van de school wordt belicht (2.2), evenals de levensbeschouwelijke ontwikkeling die kinderen kunnen doormaken in hun schooltijd (2.3). Met het oog op de praktijkactiviteiten wordt in dit tweede hoofdstuk ook alvast gekeken naar de vakdidactische mogelijkheden (2.4) en naar het verhaal “De Japanse steenhouwer” waarmee wij in de klas in gesprek zullen gaan (2.5). Het hoofdstuk wordt afgesloten met een conclusie en een reflectie op het theoretisch onderzoek (2.6). Hoofdstuk 3 geeft een uitwerking van de praktijkactiviteiten weer, met daarbij per activiteit een reflectie op de uitgevoerde activiteiten. Het onderzoek wordt afgesloten met een algehele conclusie in hoofdstuk 4.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Afdeling | PABO Academie voor Pedagogisch Onderwijs |
Partner | o.b.s. Rubenshof te Oosterhout |
Datum | 2017-02-13 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |