Beter een goede buur dan een verre vriend!?
Een onderzoek naar de ervaringen van de bewoners van het Land van Cuijk met de dienst BuurtbemiddelingBeter een goede buur dan een verre vriend!?
Een onderzoek naar de ervaringen van de bewoners van het Land van Cuijk met de dienst BuurtbemiddelingSamenvatting
Zoals u wellicht weet veranderd onze samenleving van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Het motto ‘samen doen’ is een van de uitgangspunten die hoort bij deze vorm samenleving. Dit betekent dat we als burgers, in onze omgeving waarin we met buurtgenoten samenleven, in eerste instantie oplossingen voor problemen zoeken in de desbetreffende omgeving alvorens externe professionele (en dure) hulp wordt ingeschakeld.
De vraag is of dit echter wel zo vanzelfsprekend is aangezien buurtconflicten een groter sociaal maatschappelijk probleem dan ooit tevoren vormt. Hedendaags hebben anderhalf a twee miljoen mensen last van hun buren en recente ontwikkelingen laten zien dat dit aantal blijft oplopen. Naast tv-programma’s zoals ‘De rijdende rechter’ en ‘Meester Frank Visser doet uitspraak’ is de dienst Buurtbemiddeling een doeltreffende manier om conflicten tussen buren op te lossen. Opgeleide vrijwilligers (lees: Buurtbemiddelaars) bemiddelen als derde, onafhankelijke partij bij burenruzies. Meer dan 60% van de Nederlandse gemeenten biedt de dienst Buurtbemiddeling aan. Zo ook het Land van Cuijk, waar welzijnsorganisatie Sociom de verantwoordelijk is voor de uitvoer van deze dienst.
De combinatie van het steeds groter wordende sociaal maatschappelijk probleem buurtconflicten en de verandering naar participatiesamenleving maakt dat de dienst Buurtbemiddeling een steeds meer prominente rol gaat innemen binnen het hanteren van conflicten tussen burgers onderling.
Vanwege bovenstaande trend wordt met dit onderzoek, voor de uitvoerende organisatie in het Land van Cuijk, de ervaring in kaart gebracht die burgers hebben met het buurtbemiddelingstraject/de dienst Buurtbemiddeling. Desbetreffende ervaringen worden inzichtelijk aan de hand van de doelstellingen die de dienst Buurtbemiddeling Land van Cuijk heeft opgesteld. Deze doelstellingen zijn afgeleid van de 6 pijlers die het CCV, brancheorganisatie van de dienst Buurtbemiddeling, heeft opgesteld voor een succesvolle uitvoer. Zodoende worden de sterke kanten en verbeterpunten van de dienst Buurtbemiddeling van het Land van Cuijk zichtbaar binnen de elementen die staan voor een succesvolle uitvoer. Dit kan uiteindelijk resulteren in een optimalisatie van de dienst, daar in kaart is gebracht wat vanuit het perspectief van de betrokken burger beter kan.
Naast bovenstaande (centrale) doelstelling zijn met dit onderzoek twee subdoelstellingen behaald. Als eerste is inzichtelijk geworden of de burger behoefte heeft aan een meer verdiepende werkwijzen (deze vallen onder Buurtbemiddeling ‘Extra’) ten opzichte van de standaard werkwijze. Reden voor dit onderzoekselement is het signaal op landelijk niveau dat er een toename is van het aantal zware casussen waarin er behoefte is aan een meer toereikende werkwijze van Buurtbemiddelaars ten opzichte van de standaard werkwijze. Tevens is als subdoelstelling in kaart gebracht of de specifieke ervaring van de burger gerelateerd is aan het feit dat hij/zij een koop- of huurhuis bezit. Deze subdoelstelling kwam tot stand als een verzoek vanuit de opdrachtgever voor dit onderzoek om dit mede te onderzoeken.
Het (praktijkgericht) onderzoek is uitgevoerd door middel van een meetinstrument gebaseerd op de Q-methodologie. Het is een ‘Mixed Method”: de resultaten bevatten zowel kwalitatieve- als kwantitatieve aspecten. Deze resultaten worden weergegeven in factoren. Deze factoren zijn groepen respondenten die worden gevormd op basis van meningen, voorkeuren en houdingen.
Voortvloeiend uit de ‘by-person’-analyse, die op basis van de Q-interviews verschillende factoren identificeert, zijn 2 factoren zichtbaar geworden. Elke factor bevat 5 respondenten. 2 Respondenten kunnen zich, door hun individuele mening, niet identificeren binnen zowel factor 1 als factor 2. Zij worden gezien als ‘afvallers’. Naast onderscheidende uitspraken, welke een factoren uniek maakt, zijn er uitspraken waarover consensus bestaat tussen beide factoren. Vooral de thema’s ‘Vergroten van zelfinzicht van de burger’ en het ‘bevorderen/vergroten van Empowerment/Zelfredzaamheid door de Buurtbemiddelaars’ komen naar voren als thema’s waarover in negatief opzicht consensus bestaat. Op basis van deze resultaten zijn aanbevelingen gedaan. De belangrijkste aanbeveling is de ‘Focus op verbeterpunten’. Deze aanbeveling is tevens ook verder uitgewerkt in het beroepsproduct. Dit is een presentatie die de Buurtbemiddelaars en coördinator ‘confronteert’ met de verbeterpunten. Vanuit een ‘hoe-komt-het-dat-burgers-dit-ervaren?’-perspectief wordt er een discussie op gang gebracht wat mogelijk leidt tot uitgangspunten ter verbetering.
Niet alleen de centrale vraagstelling wordt beantwoordt vanuit de verzamelde data. Ook blijkt uit de resultaten dat 75% van de respondenten behoefte heeft aan een meer verdiepende werkwijze (zoals Groepsbemiddeling en Coaching). Verder laten de resultaten zien dat de specifieke ervaring niet gerelateerd is aan het feit dat de respondent in een huur- of koophuis woont.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Opleiding | Maatschappelijk Werk en Dienstverlening-Den Bosch |
Afdeling | ASH Academie voor Sociale Studies 's Hertogenbosch |
Partner | Sociom Cuijk |
Datum | 2017-05-29 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |