Voorlichting over het acuut coronair syndroom.
Voorlichting door verpleegkundigen aan patiënten op de afdeling Cardiologie binnen het Jeroen Bosch ZiekenhuisVoorlichting over het acuut coronair syndroom.
Voorlichting door verpleegkundigen aan patiënten op de afdeling Cardiologie binnen het Jeroen Bosch ZiekenhuisSamenvatting
Inleiding
Hart- en vaatziekten zijn de nummer één doodsoorzaak wereldwijd. De morbiditeit en mortaliteit van het acuut coronair syndroom worden sterk beïnvloed door de verandering van risicogedrag. Verpleegkundigen hebben een belangrijke rol in het reduceren van risicofactoren door voorlichting. Op dit moment is er op de afdeling Cardiologie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis geen eenduidige werkwijze aanwezig rondom het geven van voorlichting aan patiënten over een acuut coronair syndroom en ontbreekt inzicht over de huidige werkwijze. De onderzoeksvraag luidt als volgt: “Op welke wijze geven (student)verpleegkundigen, van de afdeling Cardiologie binnen het Jeroen Bosch Ziekenhuis, voorlichting aan patiënten over het acuut coronair syndroom en op welke wijze kan deze voorlichting geoptimaliseerd worden?”
Methode
Op basis van kwalitatief onderzoek zijn op de afdeling Cardiologie zes individuele interviews afgenomen onder de (student)verpleegkundigen. Daarnaast heeft een focusgroep plaatsgevonden met acht (student)verpleegkundigen. Op basis van literatuuronderzoek is een geschikte topiclijst opgesteld voor de interviews en de focusgroep. De analyse van de gegevens heeft plaatsgevonden aan de hand van een iteratief proces, waarbij de gegevens zijn getranscribeerd en gecodeerd.
Resultaten
Vanuit de interviews en de focusgroep kwam naar voren dat volgens de (student)verpleegkundigen momenteel een eenduidige werkwijze, gericht op het geven van voorlichting aan patiënten over het acuut coronair syndroom, ontbreekt. Er is geen eenduidigheid in het moment en inhoud van de voorlichting, het gebruik van voorlichtingsmateriaal en het betrekken van de naasten. Daarnaast kan meer gebruik gemaakt worden van visuele voorlichting. Ook kan de voorlichting meer afgestemd worden op de behoefte van de individuele patiënt, waarbij aandacht wordt besteed aan eigen regie.
Discussie
Het onderzoek kent sterke en zwakke punten. Bij de interviews was een evenredige verdeling in opleidingsniveau en werkervaring van de (student)verpleegkundigen, maar deze werd bij de focusgroep gemist. Door tijdgebrek was datasaturatie niet haalbaar. Bij de gegevensverwerking was risico op subjectiviteit aanwezig, deze is verkleind door peerdebriefing. De resultaten van het onderzoek zijn vergeleken met passende literatuur.
Conclusie
Door middel van het praktijkgericht onderzoek is inzicht verkregen in de wijze van voorlichting geven door (student)verpleegkundigen. Hierbij is inzicht verkregen in de rol, het proces van voorlichting geven, de inhoud van de voorlichting en het betrekken van de patiënt en naasten. De voorlichting kan op verschillende vlakken geoptimaliseerd worden. Zo is een eenduidig beleid nodig gericht op het voorlichtingsproces dat aan verschillende eisen dient te voldoen. Daarnaast dient de kennis van de verpleegkundigen op een bepaalde vlakken verbeterd te worden.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Opleiding | Verpleegkunde Breda (HBO-V) |
Afdeling | AGZ Academie voor Gezondheidszorg |
Partner | Jeroen Bosch Ziekenhuis |
Datum | 2019-06-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |