Generalist versus vakleerkracht in het Primair onderwijs
Generalist versus vakleerkracht in het Primair onderwijs
Samenvatting
Door mijn werk als docent Beeldende vakken en cultuureducatie op de Pabo Hogeschool Leiden, word ik regelmatig geconfronteerd met de kwaliteit van de beeldende vakken in het basisonderwijs.
Er zijn de laatste jaren een aantal ontwikkelingen gaande die invloed hebben op de invulling en kwaliteit van de beeldende vakken. Een belangrijke ontwikkeling heeft te maken met het intreden van het leergebied cultuureducatie in het primair onderwijs en de wens van de overheid om ook culturele instellingen meer te betrekken bij het primair onderwijs. Een ontwikkeling die in het voortgezet onderwijs al langer aan de gang is. Hiermee verandert de rol van de generalist als leerkracht in de verschillende kunstdisciplines.
De vraagstelling van dit literatuuronderzoek is: Moeten de beeldende vakken gegeven door een generalist of een vakleerkracht?
Dit onderzoek start met een kort historisch overzicht met betrekking tot de beeldende vakken en het peilingsonderzoek beeldende vakken van het Cito(1996) In dit literatuur onderzoek probeer ik een blik te werpen op verschillende pedagogische visies van groepsleerkrachten en/of vakleerkrachten. Daarnaast zet ik de verschillende gestelde competenties voor vakleerkrachten en generalisten naast elkaar. In een Britse studie wordt duidelijk met welke problemen generalisten in de beeldende vakken te kampen hebben. Deze problemen geven inzicht in de problematiek die voor Nederlandse generalisten waarschijnlijk ook geldig zijn.
In het rapport ‘Onderwijs in Cultuur’ (Raad voor Cultuur en Onderwijsraad, april 2006) wordt het belang van cultuureducatie in het onderwijs beschreven. Hierin wordt gesteld dat kinderen op jonge leeftijd kennis laten maken met kunst, cultureel erfgoed en media zij leren wat cultuur betekent voor henzelf en voor de maatschappij. Daarom is het opleiden van deskundige leraren cruciaal voor de ontwikkeling van cultuureducatie in het onderwijs. Volgens de raden moet er op pabo’s structureel aandacht worden besteed aan kunst- en erfgoededucatie, media- educatie, literatuureducatie en leesbevordering. Pabo-studenten zouden moeten kunnen afstuderen in één van de kunstvakken.
Een nadere blik op generalisten en vakleerkrachten in het Primair onderwijs lijkt mij van belang.
Organisatie | Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten |
Opleiding | Master Kunsteducatie |
Afdeling | Breitner Academie |
Datum | 2007-06-10 |
Type | Andersoortig materiaal |
Taal | Nederlands |