De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Culturele diversiteit en de Opleiding Docent Muziek

Een onderzoek naar de visie en de praktijk van drie conservatoria met betrekking tot culturele diversiteit

Open access

Rechten:

Culturele diversiteit en de Opleiding Docent Muziek

Een onderzoek naar de visie en de praktijk van drie conservatoria met betrekking tot culturele diversiteit

Open access

Rechten:

Samenvatting

In dit praktijkonderzoek wordt de visie en de praktijk van drie opleidingen Docent Muziek (ODM) met betrekking tot culturele diversiteit onderzocht. Op de ODM van het Conservatorium van Amsterdam, Rotterdam en Utrecht vonden interviews plaats met het afdelingshoofd, de coördinator, twee hoofdvakdocenten en vier studenten.
Culturele diversiteit heeft betekenis voor het muziekonderwijs en de ODM. Dit komt terug in alle antwoorden van de geïnterviewden. De studieleiders en de docenten vinden dat zij een verantwoordelijkheid hebben bij het opleiden van muziekdocenten die gaan lesgeven in een cultureel diverse onderwijspraktijk. De studenten willen hun toekomstige leerlingen kennis laten maken met muziek uit verschillende landen. Er zijn verschillende persoonlijke visies op culturele diversiteit en de concrete uitwerking hiervan in het muziekonderwijs. De ene docent heeft het liever helemaal niet over culturele diversiteit en wil dat de leerlingen samen muziek gaan maken. De andere docent heeft een duidelijke opvatting over hoe een wereldmuziekprogramma in het basis- of voortgezet onderwijs eruit zou kunnen zien. Een veel gehoorde opmerking tijdens de interviews met studenten is dat zij niet-westerse muziek in hun lessen willen integreren om ‘begrip voor elkaar’ te creëren.De ODM Amsterdam kiest ervoor om verschillende modules rond wereldmuziek aan te bieden. De ODM in Rotterdam en Utrecht kiezen er bewust voor om geen aparte modules wereldmuziek in het curriculum op te nemen. Voor beide opleidingen houdt dit in dat wereldmuziek niet als zodanig wordt benoemd in het curriculum, maar een vanzelfsprekend onderdeel is van de vakken van de ODM. Uit de interviews met de studenten van Rotterdam en Utrecht blijkt echter dat bovenstaande visie, het ‘geïntegreerd’ aanbieden van wereldmuziek in het curriculum, niet geheel tot uiting komt in de praktijk. De reden hiervoor zou kunnen zijn dat dit inderdaad weinig gebeurt, maar ook dat de studenten het niet als zodanig herkennen. Daarnaast geven sommige docenten in Rotterdam en Utrecht aan dat ze meer aandacht zouden kunnen besteden aan culturele diversiteit in de hoofdvaklessen. Maar zij komen hier niet aan toe door tijdgebrek of omdat ze de kennis niet hebben om niet-westerse muziek te vertalen naar het onderwijs.Alle geïnterviewden hebben vier benaderingen tot culturele diversiteit, geformuleerd door Schippers (2004), op een volgorde van meest naar minst wenselijk gelegd. Alle respondenten gemiddeld kiezen voor ‘transcultureel’ op de eerste plaats en ‘monocultureel’ op de laatste plaats. Als de geïnterviewden worden gevraagd om hun keuze toe te lichten valt op dat de definities van de vier benaderingen soms verschillend geïnterpreteerd worden. Ook geven sommige geïnterviewden aan dat de transculturele benadering wel het meest wenselijk is, maar in de praktijk nog niet haalbaar .
Naar mijn mening wordt het curriculum van de drie opleidingen Docent Muziek momenteel vormgegeven vanuit een interculturele benadering. Waarbij opgemerkt moet worden dat de ODM Amsterdam de studenten meer kennis en vaardigheden meegeeft op het gebied van niet-westerse muziekculturen door praktische modules wereldmuziek op te nemen in het curriculum.
Bijna alle geïnterviewden hebben vijf manieren van denken, geformuleerd door Van der Geest (2006), op een volgorde gelegd van meest naar minst wenselijk. De interculturele denker staat gemiddeld op de eerste plaats en de emancipatie denker staat gemiddeld op de laatste plaats. Bij het vergelijken van de modellen van Schippers en Van der Geest zou je verwachten dat de keuze voor de interculturele denker overeenkomt met de keuze voor de interculturele benadering. Het feit dat de transculturele benadering echter het populairst is verklaar ik doordat het, naar mijn idee, niet voor alle geïnterviewden duidelijk was dat het bij een transculturele benadering gaat om een versmelting van verschillende muziekculturen tot een nieuw idioom.
De studentpopulatie van de opleidingen Docent Muziek in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht is nauwelijks cultureel divers. Slechts een klein percentage (5,7% tot 7,5%) heeft een niet-westerse culturele achtergrond. Hoewel de studieleiders wel graag zien dat de studentenpopulatie een afspiegeling van de maatschappij is worden cultureel diverse jongeren niet actief benaderd. Het feit dat er zo weinig cultureel diverse studenten studeren aan de ODM heeft volgens de studieleiders verschillende redenen. Dit heeft onder andere te maken met het opleidingsniveau, de aansluiting tussen het Mbo en het Hbo, de lage sociale standaard van het beroep en de blank georiënteerde muziekcultuur van een Conservatorium.

Toon meer
OrganisatieAmsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
OpleidingMaster Kunsteducatie
AfdelingBreitner Academie
Datum2009-02-10
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk