Ontwikkelingsportfolio's
Ontwikkelingsportfolio's
Samenvatting
“Wat zijn de ervaringen en resultaten met het gebruik van ontwikkelingsgerichte portfolio’s als hulpmiddel bij de reflectie van leerlingen op hun leerproces bij de kunstvakken in de tweede fase?”
De gedocumenteerde ervaringen van docenten die zijn begonnen met het invoeren van een ontwikkelingsgericht portfolio (oa. Laat, J. de, 2008) laten zien dat het invoeren van het portfolio een intensief proces is waarbij men nogal eens op tegenvallers stuit. Docenten geven echter ook aan dat zij een beter inzicht krijgen in de ontwikkeling van hun leerlingen en zij zien dat leerlingen een actievere rol krijgen in het onderwijs (Aarntzen, D., Boer, R., Jansen, C., Jansen, L. & Moonen, B., 2007).
Uit onderzoek op docentenopleiding ICLON (Mansvelder-Longayroux, D.D., 2006) blijkt dat het werken met het ontwikkelingsgerichte portfolio bij studenten niet zomaar reflectie tot gevolg heeft. Wanneer dit voor hoger opgeleide studenten geldt, kan de voorzichtige conclusie getrokken worden dat dit ook voor HAVO/VWO leerlingen niet vanzelfsprekend zal zijn. Leerlingen moeten tijdens het werken met het portfolio duidelijk aangezet worden tot reflectie. Waarom dan wel gebruik maken van een ontwikkelingsgericht portfolio als dit instrument niet vanzelf zou leiden tot reflectie?
Reflectie is niet het doel van het portfolio, het is een hulpmiddel om leerlingen bewuster te maken van hun leerproces. Reflectie dwingt een leerling om na te denken over het leerproces en de keuzes die er tijdens dat proces zijn gemaakt. Aan de hand hiervan kan een leerling het leerproces bijstellen en eventueel verbeteren. Er wordt een nieuwe stap genomen en hierop kan weer gereflecteerd worden. De cyclus van leren en reflecteren die ontstaat: handelen, terugblikken, bewustwording van essentiële aspecten, alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen en uiteindelijk weer uitproberen (Korthagen, 2001) wordt vastgelegd in het ontwikkelingsgerichte portfolio. Zo geeft het portfolio de voortgang van een leerling over een langere periode weer. De voortgang wordt op deze manier ook heel inzichtelijk gemaakt, zowel voor de leerling als de docenten, de school en eventueel de ouders. Het inzicht in deze ontwikkeling kan op lange termijn met reflectie alleen niet worden geboden. Er kan zelfs gesteld worden dat het portfolio evenzeer een hulpmiddel bij reflectie is, als reflectie een hulpmiddel is bij het gebruik van een ontwikkelingsgericht portfolio.
Sommige vakken zijn geschikter voor het werken met een portfolio dan andere vakken. De kunstvakken in de tweede fase zijn bij uitstek vakken waar de ontwikkeling van een leerling door middel van bjvoorbeeld een digitaal ontwikkelingsgericht portfolio inzichtelijk kan worden gemaakt. Leerlingen krijgen hier meer verantwoordelijkheden in hun eigen leerproces en een veel grotere inbreng in hun kunstzinnige producten dan in de onderbouw. Zij kunnen hun eigen ontwikkeling documenteren en van commentaar voorzien en de docent behoudt het overzicht over de individuele vorderingen van
leerlingen. Beeldend werk of opnames van muziekvoordrachten en dans-/dramavoorstellingen van zelfs een aantal jaar geleden kunnen bekeken worden en men kan in één oogopslag zien in welke mate het niveau of de kwaliteit van de werken zijn veranderd. In de reflectieverslagen kan de leerling zelf terugzien met welke problemen hij toen worstelde en welke oplossingen daaruit zijn gekomen. De leerling krijgt dan niet alleen inzicht in zijn eigen beeldende of muzikale ontwikkeling, hij krijgt ook inzicht in de manier waarop hij met problemen in het leerproces omgaat en of hier een ontwikkeling te zien is. Bij de kunstvakken zal het gebruik van een ontwikkelingsgericht portfolio beter op zijn plaats zijn dan bij een vak als wiskunde, ook in de bovenbouw.
Bij wiskunde kunnen er individuele tempoverschillen zijn die de docent wel kan monitoren met behulp van een portfolio, maar aan het einde van de rit moet iedereen dezelfde stof onder de knie hebben. Het leerproces bij de kunstvakken in de tweede fase is wat dit betreft minder vaststaand en individueler, en dus beter geschikt voor het werken met een portfolio.
Ook al zijn er ervaringen van docenten opgetekend en zijn er meerdere onderzoeken gedaan op HBO’s naar deze materie, om het daadwerkelijke effect van het ontwikkelingsgerichte portfolio op de reflectie van leerlingen op scholen in het voortgezet onderwijs te bepalen, moet hier nog nader onderzoek naar gedaan worden.
Organisatie | Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten |
Opleiding | Master Kunsteducatie |
Afdeling | Breitner Academie |
Datum | 2008-06-10 |
Type | Andersoortig materiaal |
Taal | Nederlands |