Samenvatting

Authentiek kunstonderwijs heeft raakvlakken met sociaal-constructivisme. Haanstra (2011) verstaat onder authentiek dat het kunstonderwijs inhoudelijk verbinding heeft met zowel de echte wereld van de professionele kunst uitingen als de eigen kunstbeleving en interesses van de leerling. De verbinding met de professionele kunst uiting én de eigenkunstbeleving en interesses van de leerling zijn tevens de eerste twee criteria die Haanstra stelt aan authentieke kunsteducatie en betreft de onderwijsinhoud. De andere twee criteria zijn toegespitst op het pedagogisch-didactische, oftewel de onderwijsvorm; complete en complexe taaksituaties én samenwerking. Het hierboven beschreven onderzoek is opgedeeld in vier deelvragen. Elke deelvraag behandelt één criterium van authentieke kunsteducatie. De volgorde van de deelvragen zeggen niets over de belangrijkheid van de criteria. Aangezien authentiek beschreven wordt als ‘betrouwbaar, geloofwaardig; echt’ (Dikke van Dale, 2016), gaat de eerste deelvraag in op het criterium over de leefwereld van de leerling. ‘Betrouwbaar, geloofwaardig; echt’ is ook van toepassing op holistische, oftewel complete en complexe taaksituaties. Dit criterium zal in deelvraag twee aanbod komen. De derde deelvraag gaat uitsluitend over de samenwerkingsvormen in muzieklessen. Deze deelvraag gaat specifiek over samenwerking tijdens het repeteren en maken van muziek. De laatste deelvraag houdt de link met de professionele muziek wereld in.