De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Kunst op Bestelling?

Over de relatie tussen het jeugdtheater en het onderwijs en de rol die de steunfunctie hierin heeft.

Open access

Rechten:

Kunst op Bestelling?

Over de relatie tussen het jeugdtheater en het onderwijs en de rol die de steunfunctie hierin heeft.

Open access

Rechten:

Samenvatting

De centrale vraagstelling luidde:
"Wat zijn de meningen van steunfunctie-instellingen over de relatie jeugdtheater en het onderwijs, wat zijn hun ervaringen en hoe zien ze hun eigen rol hierin?"
De bovenstaande vraagstelling wordt met behulp van de volgende deelvragen beantwoord.
Wat is de (formele) rol en taak van de steunfunctie?
De steunfunctie-instelling is onder andere bemiddelaar tussen culturele instellingen en het onderwijs. Daarnaast adviseert zij scholen bij het ontwikkelen van een visie en beleid op het gebied van kunst- en cultuureducatie. Dit beleid wordt omgezet in concrete kunsteducatieve activiteiten en de steunfunctie ondersteunt het onderwijs bij de implementatie van leerlijnen op het gebied kunst- en cultuureducatie. Bovendien verzorgt de steunfunctie bijscholing voor leerkrachten, ontwikkelt projecten en treedt op als coach bij de invoering van lesmethoden. De werkwijze in de bediening van scholen verschilt overigens per steunfunctie.
Wat is de rol van de steunfunctie als het gaat om verbindingen te leggen tussen het jeugdtheater en het onderwijs? Welke activiteiten verricht de steunfunctie op dit gebied? De rol van de steunfunctie bij het leggen van verbindingen tussen het jeugdtheater en het onderwijs is met name die van intermediair. Zij brengt het primair onderwijs in aanraking met het jeugdtheater en vice versa.
Belangrijke activiteiten die zij hiertoe onderneemt zijn het selecteren van voorstellingen voor de betreffende doelgroep en het ontwikkelen van educatief materiaal bij de voorstellingen. Op die manier kunnen leerkrachten in de klas aan de slag met het lesmateriaal en komen leerlingen voorbereid naar een voorstelling. Ook ontwikkelt de steunfunctie vaak verwerkingslessen waarbij de voorstelling in de klas wordt nabesproken of waarbij door middel van workshops of andere educatieve activiteiten naar verdieping wordt gezocht.
De algehele organisatie rondom de inkoop van voorstellingen wordt het onderwijs uit handen genomen door de steunfunctie. De consulent bezoekt impresariaatdagen waar diverse voorstellingen getoond worden. Hij/zij doet opties op de geselecteerde voorstellingen, onderhoudt contacten met het impresariaat of de theatergroep, boekt een geschikte locatie waar de voorstelling kan spelen, roostert de scholen in en houdt ook vaak nog evaluatiegesprekken met het onderwijs en/of de theatergroep. Naast organisatorische ondersteuning maakt de steunfunctie het jeugdtheater toegankelijk voor het onderwijs door het verstrekken van subsidies. Op die manier worden voorstellingen voor scholen betaalbaar.
In het leggen van verbindingen tussen het onderwijs en het jeugdtheater neemt de steunfunctie ook de rol van initiator op zich en wil zij ten dienste van het onderwijs waardering en inzage creëren ten aanzien van het jeugdtheater.
Heeft het onderwijs behoefte aan een steunfunctie die de rol van intermediair op zich neemt? Het onderwijs maakt graag gebruik van de expertise van de steunfunctie. Alleen al de selectie uit een enorm aanbod aan jeugdtheatervoorstellingen is een behoorlijke klus. Belangrijk daarbij is het kunnen onderscheiden van kwaliteit, wat voor veel leerkrachten moeilijk is. In Schoolportretten van Konings zeggen scholen dat de werk- en tijdsdruk binnen de ‘normale’ onderwijstaken enorm groot is, waardoor taken op het gebied van kunst- en cultuureducatie gezien worden als een grote belasting op de reguliere taken.
Blijkbaar willen scholen de culturele activiteiten binnen het onderwijs wel vergroten, maar dan met kennis en deskundigheid van buiten de school. Ook de organisatie omtrent deze activiteiten legt het onderwijs graag in handen van een de deskundige instelling. Het vraaggericht werken, dat met de Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs gestimuleerd dient te worden, komt volgens de geïnterviewde consulenten op het vlak van jeugdtheater niet of nauwelijks voor. Hier is ook geen verandering in ontstaan sinds de invoering van de regeling. De consulenten stellen dat de school vaak geen visie heeft of ideeën hebben ten aanzien van jeugdtheater en dat zij daarom graag een beroep doet op de steunfunctie. Wat is de visie van de steunfunctie-instelling op de relatie tussen het jeugdtheater en het onderwijs? Is er sprake van een direct contact en samenwerking tussen beide partijen? Wanneer we spreken over ‘relatie’, gaat het over het samenwerkingsverband tussen het jeugdtheater en het onderwijs en de dialoog die zij met elkaar aangaan. Volgens het merendeel van de consulenten is de relatie tussen het jeugdtheater en het onderwijs beperkt en is de steunfunctie in de meeste gevallen de verbindende schakel tussen beide partijen. Enkele incidenten daar gelaten is er geen direct contact en geen directe samenwerking tussen het jeugdtheater en het onderwijs. Welke problemen en/of knelpunten ervaren steunfunctie-instellingen in de relatie tussen het jeugdtheater en het onderwijs?
Het jeugdtheater en het onderwijs zijn twee verschillende werelden die de dialoog niet met elkaar aangaan. Problemen en/of knelpunten waardoor de samenwerking tussen beide partijen niet van de grond komt, liggen zowel bij het onderwijs als bij het jeugdtheater, aldus de geïnterviewde consulenten.
In het primair onderwijs is er onvoldoende expertise op kunsteducatief vlak. Dit gebrek aan expertise bij leerkrachten wordt door de consulenten voornamelijk de pabo verweten. Er is onvoldoende of geen gedegen scholing op het gebied van kunst- en cultuureducatie, waardoor het onderwijs afhankelijk is van de affiniteit van een enkele leerkracht. Heeft het onderwijs wel voldoende ‘tools’ in handen om de gestelde taak vanuit de overheid volledig op zich te nemen? En kunnen we stellen dat een opgeleid Intern Cultuur Coördinator voldoende knowhow heeft om het cultuurbeleid binnen de school te trekken? Een van de consulenten geeft te kennen dat scholen ook wel dom gehouden worden. Wanneer zij constant aan het handje genomen worden, zullen zij nooit zelfstandig kunnen opereren. Het aanbieden van scholing vanuit de steunfunctie, zou voor meer betrokkenheid moeten zorgen.
Het onderwijs beschikt over onvoldoende tijd en budget om de taken van de steunfunctie over te nemen. Het gaat dan om een visie en beleid op kunst- en cultuureducatie te ontwikkelen en geheel zelfstandig de organisatie van kunsteducatieve activiteiten op zich te nemen. De school beschikt vaak niet over een geschikte locatie waar de voorstelling kan spelen en ook het gebrek aan menskracht en ervaring maakt dat scholen niet zelfstandig kunnen operen.
Bij het jeugdtheater ontbreekt het aan een goed netwerk van scholen. Daarnaast hebben zij geen kennis van de algehele logistieke organisatie die komt kijken bij het bedienen van het onderwijs. Veel jeugdtheatermakers werken binnen hun eigen muren en vanuit het onderwijs wordt er geen koppeling gemaakt van het beleid van de school naar het aanbod van jeugdtheatermakers. Dit bemoeilijkt de samenwerking.
Tot slot gaat de jeugdtheatermaker er van uit dat het kind veel aankan. Bovendien hoeft het kind niet alles te begrijpen en kan een voorstelling ook heel associatief van aard zijn. Veel jeugdtheatermakers leven zich niet in in de belevingswereld van het kind. Niet het kind is het uitgangspunt bij het maakproces, maar de eigen creatieve bron is de motor. Het onderwijs denkt juist wel vanuit het kind. Op de eerste plaats moet een voorstelling aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Verder ziet het onderwijs graag toegankelijke/laagdrempelige voorstellingen die thematisch van aard zijn. Wat is het effect van de Regeling versterking cultuureducatie ten aanzien van de rol van de steunfunctie en de relatie tussen het primair onderwijs en het jeugdtheater? Door de Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs worden scholen gestimuleerd een eigen visie op kunst- en cultuureducatie te vormen en dit ook in de praktijk tot stand te brengen. Voor een groot deel is deze bewustwording tot stand gekomen, maar op het gebied van jeugdtheater komt de uitwerking van deze opdracht niet goed uit de verf. Volgens het merendeel van de consulenten is het bewustzijn bij de scholen wel gegroeid, maar is absoluut geen sprake van een uitgesproken mening of visie over het jeugdtheateraanbod. Als er al wensen op dit gebied zijn, zijn deze vaak geformuleerd vanuit het oogpunt van de school en praktisch van aard. Het onderwijs heeft geen sterk geformuleerde wensen met betrekking tot jeugdtheatervoorstellingen en zet de jeugdtheatermaker hier niet mee onder druk. Met de invoering van de Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs ziet de steunfunctie zich genoodzaakt haar werkwijze aan te passen. Steunfunctie- instellingen die voorheen met name de rol van aanbieder op zich namen, moeten zich steeds meer richten op de vraag van scholen en een meer adviserende rol vervullen om het doel van de overheid te realiseren. In plaats van een ‘winkel’ te zijn met kant-en- klare producten, moet zij meer in gesprek gaan met de school en ‘op-maat’ producten gaan leveren. Uit de praktijk en uit de interviews blijkt dat advisering en ondersteuning bij het ontwikkelen van kunst- en cultuurbeleid in de school belangrijke taken van de steunfunctie zijn. Hoewel er een duidelijke taakverschuiving te zien is in het takenpakket van de consulent lijkt er op het gebied van de bemiddeling en de relatie tussen het jeugdtheater en het onderwijs nauwelijks iets te veranderen. De steunfunctie-instelling vervult namelijk nog steeds de rol van intermediair en expert en voert alle taken uit die betrekking hebben op de organisatie van jeugdtheatervoorstellingen.

Toon meer
OrganisatieAmsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
OpleidingMaster Kunsteducatie
AfdelingBreitner Academie
Datum2008-06-10
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk