De module didactiek in MediaCultuur
De module didactiek in MediaCultuur
Samenvatting
Mediawijsheid is een speerpunt op het gebied van onderwijs van de overheid. In steeds grotere mate krijgen jongeren te maken met de media, en is het daarom belangrijk dat 36
jongeren mediawijsheid wordt bijgebracht. Onder mediawijsheid wordt verstaan “het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld”. (Raad voor Cultuur, 2006 p 10).
De module didactiek in MediaCultuur is opgezet met als doel door middel van de kunstvakken mediawijsheid bij te brengen aan leerlingen en tegelijk aankomende kunstdocenten en de al zittende docenten handvaten aan te reiken om mediawijze kunstlessen te ontwerpen en geven.
Studenten ontwerpen mediawijze kunstlessenseries met een praktisch beeldende en een kunsttheoretische component. Zij gebruiken hierbij mediakunstbronnen die beschikbaar zijn gesteld door culturele instellingen die zich bezighouden met mediakunst. De instellingen werden gevraagd bronnen te leveren die aansloten bij negen verschillende thema’s/invalshoeken van de media.
Ook werd er een reader samengesteld met teksten over mediatheorie en mediawijsheid als verdieping en theoretisch kader voor de studenten.
Op een weblog hielden studenten hun vorderingen met de lessenseries bij. Ook bood de weblog plaats aan reflecties op theoretische teksten en een logboek.
De lessenseries worden uitgevoerd op VO scholen door de zittende docenten.
De module is opgezet op drie verschillende HBO docentenopleidingen beeldende vorming. Binnen een aantal inhoudelijke kaders zijn de opleidingen vrij de module naar eigen inzicht vorm te geven. In dit onderzoek wordt gekeken naar de daaruit voortvloeiende overeenkomsten en verschillen. Ook worden aanbevelingen gedaan voor het vervolg van de module. Een samenvatting van de resultaten per opleiding is hieronder te lezen:
De module wordt door zowel studenten als docenten als geslaagd gezien. Studenten zijn zich erg bewust van hun rol als bijbrenger van mediawijsheid, minder van de noodzaak dit via de kunst te doen. Wel hebben ze veel mediakunstbronnen gebruikt in hun lessenseries, hoewel deze vaak tegenover een YouTube filmpje worden gezet om aan te sluiten bij de beleving van leerlingen. Docenten zien na afloop van de module betere lessenseries dan studenten eerst maakten. Dit kan in het verband gezien worden met het vaststellen van de thema’s en de bronnen die daarbij aansloten. Ook de uitvoering van de lessen zorgt waarschijnlijk voor beter onderbouwde en geformuleerde series. Bovendien is de samenhang tussen de onderdelen groot omdat alles zich binnen dezelfde bijeenkomsten afspeelde.
Zowel studenten als docenten begeven zich op een nieuw gebied met dit project.
Dit maakt dat het voor beide groepen zoeken is naar een goede vorm. Vooral de verhouding tussen kunstbronnen en mediabronnen speelt een rol. Studenten neigen naar de mediabronnen, docenten zien het als hun taak ze iets bij te brengen over mediakunst.
Door de diverse samenstelling van studenten is er een diversiteit aan disciplines ontstaan in de lessenseries. Een conservatoriumstudente ging bijvoorbeeld uit van de effecten van geluiden bij games. Het belangrijkste is dat studenten hebben gezien dat mediawijze kunstlessen mogelijk zijn. Dat het ook een manier van lesgeven is. En dat opleidingen en VO scholen op deze manier in aanraking komen met de opvatting dat het bijbrengen van mediawijsheid noodzakelijk is.
Docenten zien diversiteit en originaliteit niet als een criterium voor een goede les. Het gaat er volgens hen vooral om dat de mediakunst die zij gebruiken goed wordt ingebed in de lessenseries en dat de door studenten gestelde doelen met de les worden bereikt. 37
Mediawijsheid samen met de criteria voor een goede beeldende opdracht zijn belangrijk. De praktische beeldende opdracht binnen de module bleek de samenhang tussen de onderdelen minder te bevorderen dan werd gehoopt.
Het blijkt erg belangrijk te zijn dat een lesprogramma in even grote mate wordt gedragen door alle docenten van de opleiding. Hierdoor kan de samenhang worden bevorderd.
Ook bij ArtEZ speelt de verhouding mediawijsheid en mediakunst in grote mate. Docenten zien de media als goed aanknopingspunt om kunst te behandelen, maar vinden het moeilijk de balans te bewaren, en dit ook op studenten over te brengen. Studenten zijn zeker mediawijzer geworden. Maar in mindere mate mediakunst‐wijzer.
De uitvoering op VO scholen verdient nog aandacht. Docenten zien groot belang in uitvoering van de lessen. Het is organisatorisch echter niet gelukt de lessen van alle duo’s te laten uitvoeren. Implementatie in de stage zien docenten en studenten daarom als een mogelijkheid.
Willem de Kooning academie, Rotterdam
Studenten zien mediawijsheid als een erg belangrijk onderwerp, hoewel niet elke student evenveel interesse heeft in mediakunst. Dat is inherent aan het verplicht stellen van de module. Ondanks dat zien ook minder geïnteresseerde studenten het belang van het project.
Door praktische organisatie van de module heeft gevolgen gehad voor de uitkomsten. Het blijkt erg belangrijk te zijn dat een lesprogramma op tijd wordt ingepland en in even grote mate wordt gedragen door alle docenten van de opleiding. Door de krappe organisatie werden sommige onderdelen niet of minder uitgebreid uitgevoerd. Voor studenten heeft de niet altijd even efficiënte organisatie ertoe geleid dat zij onvoldoende op de hoogte waren van de doelstellingen van het project. Op de WdK is de reader niet behandeld. Dit is in tegenstelling tot wat docenten graag willen: meer verdieping en profilering op digitale didactiek. Ook blijkt dat studenten uiteindelijk, niet zoals verondersteld, behoefte hebben aan een kader en achtergronden over mediawijsheid. De vorm van de grotere groepjes heeft ertoe geleid dat de nadruk iets teveel heeft gelegen op het groepsproces en minder op de lessenseries. Ook bleek dat de taakverdeling niet altijd even eerlijk verliep. De excursies waren volgens studenten inspirerend en interessant, maar ze hebben niet geleid tot meer verwerking van kunstbronnen in de lessenseries.
Organisatie | Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten |
Opleiding | Master Kunsteducatie |
Afdeling | Breitner Academie |
Datum | 2009-06-10 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |