De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Op tijdreis in een beerput

Een verslag over de materiële cultuur van de beerkelder S1 van de Vaaltstraat 4 te Zutphen in de periode 1350-1750

Open access

Op tijdreis in een beerput

Een verslag over de materiële cultuur van de beerkelder S1 van de Vaaltstraat 4 te Zutphen in de periode 1350-1750

Open access

Samenvatting

In 2007 vond een opgraving plaats van de beerkelder S1 in het pand Vaaltstraat 4 te Zutphen. De opgraving is uitgevoerd door het team archeologie van de gemeente Zutphen. Het kwetsbare afval dat is aangetroffen in de beerkelder, moest worden opgegraven omdat de beerkelder ten gevolge van de verbouwing van het pand deels gesloopt zou worden. De beerkelder S1 lag onder het trappenhuis van het pand aan de Vaaltstraat 4 en deels onder de achtergevel van het pand aan de Sprongstraat 10. Het pand Vaaltstraat 4 heeft mogelijk van 1500 tot 1781 gehoord bij Sprongstraat 12-14 en Vaaltstraat 6 (Vaaltstraat 6 hoorde oorspronkelijk bij Vaaltstraat 4 als één pand). De beerkelder S1 is vrijwel zeker gevuld vanuit het hoekpand Sprongstraat 12-14. Bij het uitwerken van de opgraving is gebleken dat de beerkelder in gebruik is geweest van 1350 tot de 20e eeuw. In de beerkelder zijn grote aantallen keramiek en glas aangetroffen. De 18e -eeuwse keramiek is in 2014 onderzocht door Ronald Broekhof. Het glas en de kleipijpen zijn eerder beschreven door Harold Edgar Henkes en Jan van Oostveen. De keramiek en glas dat is gedateerd in de periode 1350-1750, is in het kader van dit afstudeeronderzoek uitgewerkt. Het doel van dit onderzoek was om op basis van de uitgewerkte keramiek en glas uit de periode 1350-1750 uit de beerkelder S1, gebruiksfasen van de beerkelder S1 in kaart te kunnen brengen. Per fase is vervolgens een sociaaleconomische interpretatie van de gebruikers van de beerkelder gedaan. De beerkelder is verdeeld in de fasen 1350-1425, 1450-1550 en 1600-1750. De gebruiksfase 1350-1425 bestaat vooral uit onbehandeld steengoed. Uit de gebruiksfase 1450-1550 is grijsbakkend aardewerk, roodbakkend aardewerk en Hafnerwaar afkomstig. In de gebruiksfase 1600-1750 zijn de meeste keramieksoorten gedateerd. Hieronder valt het behandelde steengoed, roodbakkend aardewerk (grootste keramiekgroep binnen dit complex), witbakkend aardewerk, aardewerk uit West-Duitsland, majolica, faience, Aziatisch porselein en pijpaarde. Daarnaast zijn twee glazen bekers afkomstig uit deze periode. Al snel bleek dat de oudste keramiek, het onbehandeld steengoed uit de fase 1350-1425, het meest compleet is aangetroffen. De oudste keramiek lag namelijk in het diepste deel van de beerkelder en onder de grondwaterspiegel in de kelder. Hierdoor lagen enkele objecten buiten het bereik van opschoningen. De jongere keramieksoorten waaronder Aziatisch porselein, lagen daarentegen bovenin de beerkelder en binnen het bereik van opschoningen en waardoor deze keramiek meer gefragmenteerd is aangetroffen of uit de put verdwenen. Door de mogelijke verbouwingen en/of het opruimen van de beerkelder is de stratigrafie van de beerkelder door elkaar geraakt. Hierdoor is een vertekend beeld ontstaan van de keramiekverhoudingen. Het vertekende beeld van de keramiekverhoudingen heeft gevolgen voor informatiewaarde en/of interpretatiemogelijkheden waaronder de sociaaleconomische interpretatie. De sociaaleconomische status wordt onder andere bepaald door het in beeld brengen van de keramiekverhoudingen en de economische waarde ervan. Door het vertekende beeld dat is ontstaan van de keramiek, kan een verkeerde interpretatie worden gedaan over de sociaaleconomische status van de gebruikers van de beerkelder. Wat opvalt is dat van het grijsbakkend aardewerk uit de periode 1450-1550 zeer weinig is overgebleven. De afwezigheid van het en grijsbakkend aardewerk toont mogelijk een opruiming of verbouwing van de beerkelder S1 aan. Het pand Vaaltstraat 4 is namelijk in de 15e eeuw verbouwd, waarbij mogelijk direct ook de beerkelder is opgeschoond. In de gebruiksfase 1450-1550 zijn diverse families in bezit geweest van het pand. Onder andere de familie Van Munster was in bezit van het pand in deze periode. De putgebruikers waren in deze periode mogelijk minder welvarend dan de gebruikers uit periode 1600-1750. Dit is gebleken uit de historisch

Toon meer
OrganisatieSaxion
OpleidingArcheologie
Datum2022-01-01
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk