Samenvatting

In 1179 n.Chr. bezocht magister Franco het gebied dat nu bekend staat als Gaanderen (gemeente Doetinchem). Hier stichtte hij het één na oudste klooster van Gelderland; klooster Bethlehem. Het begon als een eenvoudige houten kapel, voor hem en zijn volgelingen. In slechts enkele decennia groeide dit klooster uit tot het belangrijkste religieuze centrum van de omgeving, met een aanzienlijke hoeveelheid macht en bezittingen. Tijdens de Tachtigjarige oorlog vluchtten de monniken naar Emmerik en is het klooster verwoest. Mede door klooster Bethlehem groeide Doetinchem in de 12e eeuw, op wereldlijk en religieus gebied, uit tot een belangrijke stad in Gelderland tijdens deze periode. Het terrein waar het klooster gestaan heeft, is door de gemeente Doetinchem aangewezen als archeologisch monument met hoge archeologische waarde. Het terrein dient daarom beschermd te worden tegen bodemverstorende activiteiten.

Binnen het voormalig kloosterterrein heeft in het verleden nog geen KNA conform onderzoek plaatsgevonden. Bronnen suggereren daarentegen dat in 1858 enkele proefsleuven zijn gegraven binnen het terrein. Gegevens over de exacte locatie van deze sleuven, een uitwerking van dit onderzoek en de aangetroffen vondsten, zijn echter niet bekend. Tevens is niet bekend hoe het klooster(terrein) er precies uit heeft gezien.

In dit onderzoek wordt het voormalig klooster en kloosterterrein geanalyseerd op basis van literatuur en een veldonderzoek, dat is uitgevoerd door middel van boringen en een dronevlucht. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Econsultancy B.V. (part of Sweco).