Samenvatting

De opleiding HRM van de AMA op het Saxion in Deventer heeft volgens de Vereniging van
Hogescholen het hoogste uitval percentage van vergelijkbare hogescholen. Vooral de studieuitval in het eerste jaar van de opleiding zou het hoogst zijn. Omdat dit problematisch is voor zowel studenten als het imago van het Saxion en de AMA, willen de medewerkers meer inzicht in de aard van deze studieuitval verkrijgen zodat passende oplossingen gezocht kunnen worden. Vanuit de literatuur zijn drie factoren bekend die invloed hebben op studieuitval. Dit zijn: ‘integratiefactoren, opleidingsfactoren en studentfactoren’. Om erachter te komen in welke mate integratie een rol speelt bij studie uitvallers is er gekeken naar de sociale integratie, academische integratie en de ‘sense of belonging '. Om te kijken wat voor rol opleidingsfactoren spelen bij de studieuitval is er gekeken naar de sfeer, leeromgeving en de docenten/begeleiding. Voor de studentfactoren is er gekeken naar geslacht, leeftijd, ‘career adaptability’, motivatie, schoolloopbaan, sociale achtergrond, studiekeuze en de mate van steun. 
Met behulp van kwantitatief onderzoek is onderzocht in welke mate integratiefactoren, opleidingsfactoren en studentfactoren een rol spelen bij 44 eerstejaars studie uitvallers van de schooljaren 2012-2013, 2013-2014, 2014-2015 en 2015-2016 van de opleiding HRM aan het Saxion.  Met behulp van aanvullend kwalitatief onderzoek zijn de beweegredenen van de uitgevallen studenten onderzocht en zijn er toelichtingen gekomen op onduidelijkheden van de resultaten van het kwantitatieve onderzoek. Hiervoor zijn de uitgevallen studenten van het schooljaar 2016-2017 geïnterviewd.
 
De resultaten van het kwantitatieve onderzoek lieten zien dat de studie uitvallers aan gaven dat zij zich verbonden voelden met het Saxion en met de AMA. Dit is opvallend omdat zij tegelijkertijd benoemden zich een buitenstaander te voelen op school. Ook vonden ze dat er te weinig ruimte voor inbreng van studenten was. Door studenten inbreng te geven over lesinhoud zullen zij zich meer betrokken voelen. Verder waren de uitgevallen studenten niet tevreden over de leeromgeving. Wat uitgevallen studenten als positief hebben ervaren, is dat er tijdens lessen werd gepraat over praktijkervaring en dat werd nagegaan of er een realistisch beroepsbeeld was. De uitgevallen studenten vonden de begeleiders vakbekwaam, maar de lessen erg rumoerig. De aspecten waar de AMA de meeste verbetering in zou kunnen aanbrengen zijn de leeromgeving en de sense of belonging van de studenten. Vooral de docenten kunnen hier verbetering in aanbrengen. Opvallend aan de resultaten van het kwalitatieve onderzoek is dat de begeleiding niet door alle studenten als positief is ervaren en dat zij een goede aansluiting missen vanuit het mbo. Aanbevelingen voor de AMA zijn dan ook om te komen tot een hogere mate van inbreng van studenten, een betere aansluiting op het mbo, meer begeleiding op maat, het realistisch zelfbeeld van studenten te verbeteren en de mate van oriëntatie van studenten meer te controleren.
 
Tijdens het vooronderzoek bleek dat er veel onduidelijkheid was over de cijfers met betrekking tot de studieuitval bij het Saxion. Dit zou een reden kunnen zijn waarom de uitvalcijfers van HRM op het Saxion hoger zijn dan bij vergelijkbare hogescholen. Er worden op dit moment wel lijsten bijgehouden van de uitvallers, maar er ontbreken ook veel gegevens. Het ‘up to date’ houden van lijsten en uniformiteit hierin, zou het inzicht kunnen vergroten in de studieuitval. 
 
Er is op dit moment nog geen eenduidige beleid voor studenten wanneer zij stoppen met de opleiding. Door een duidelijk nazorgprogramma op te stellen met betrekking tot studenten die de opleiding verlaten, is de kans groter dat de uitgevallen student mogelijk voor een andere opleiding op het Saxion