Klinische Dialectische Gedragstherapie
Een follow-up onderzoek bij patiënten die deelgenomen hebben aan de klinische variant van de dialectische gedragstherapie binnen SceltaKlinische Dialectische Gedragstherapie
Een follow-up onderzoek bij patiënten die deelgenomen hebben aan de klinische variant van de dialectische gedragstherapie binnen SceltaSamenvatting
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van GGNet Scelta, expertisecentrum voor persoonlijkheidsstoornissen. Het onderwerp van het onderzoek is de follow-up meting van de klinische variant van de dialectische gedragstherapie (DGT) binnen Scelta. De DGT is ontwikkeld voor mensen met persoonlijkheidsproblematiek en dan in het bijzonder voor mensen met een borderline stoornis (BPS). Patiënten met een BPS kunnen onder andere last hebben van impulsiviteit, een instabiel zelfbeeld en sterk wisselende stemmingen. De behandeling heeft onder andere als doel het algemeen sociaal- en maatschappelijk functioneren en de algemene kwaliteit van leven te verbeteren. Dit zijn ook de uitkomstmaten van het onderzoek. De korte termijn effecten zijn al eerder onderzocht binnen Scelta, echter de effecten op lange termijn van de behandeling nog niet. De resultaten van het follow-up onderzoek moeten ervoor zorgen dat Scelta meer inzicht heeft in de effecten van de DGT op lange termijn, waarop besloten kan worden om de DGT aan te passen.Om erachter te komen wat de lange termijn effecten zijn van de DGT, werden er twee gevalideerde vragenlijsten afgenomen bij patiënten die de DGT hebben afgerond. De Outcome Questionnaire 45 werd afgenomen om het algemeen sociaal- en maatschappelijk functioneren te meten. Daarnaast is de World Health Organization Quality of Life afgenomen om kwaliteit van leven te meten. 45 patiënten hebben voorafgaand aan de behandeling deze vragenlijsten ingevuld. Na 24 maanden na afronding van de behandeling, werden deze 45 patiënten opnieuw gevraagd om de vragenlijsten in te vullen. Uiteindelijk hebben 18 van de 45 patiënten deelgenomen aan het follow-up onderzoek.De gegevens van het testmoment voorafgaand aan de behandeling en van de follow-up meting zijn geanalyseerd. Uit resultaten blijkt dat er geen sprake is van een positief effect na 24 maanden na afronding van de behandeling in vergelijking tot bij aanvang van de therapie op de uitkomstmaten algemeen sociaal- en maatschappelijk functioneren en de algemene kwaliteit van leven. Op enkele gebieden is zelfs een achteruitgang in functioneren geconstateerd, namelijk op het gebied van interpersoonlijke relaties, de sociale rol, sociale relaties en symptomatische distress (heeft betrekking op de meest voorkomende psychiatrische stoornissen). Ondanks deze uitkomsten, beoordelen de patiënten de behandeling met een ruim voldoende. Als er gekeken wordt naar de uitkomstmaten in zijn geheel, wordt de conclusie getrokken dat de behandeling op lange termijn onvoldoende effectief is. Eventuele verbeterpunten voor toekomstig onderzoek zijn het gebruik maken van een controlegroep en tussentijds de behandeling evalueren met de patiënten zodat er bijgestuurd kan worden zodat de gewenste effecten bereikt worden. Daarnaast zou het houden van diepte-interviews voor nog meer informatie kunnen zorgen over eventuele verbeterpunten van de DGT. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn er voor Scelta inhoudelijk een aantal aanbevelingen gedaan. Voorafgaand de behandeling zou er beter gekeken moeten worden of de patiënt de juiste diagnose heeft om profijt te kunnen hebben van de DGT. Daarnaast is het raadzaam om betere nazorg te bieden bij de DGT. Een Toegepast Psycholoog zou bijvoorbeeld periodieke afspraken kunnen maken met de patiënten en erachter kunnen komen door middel van een gesprek en/of diagnostisch onderzoek of de patiënt een terugval heeft. Hierdoor kan er (eerder) ingegrepen worden en is de kans groter dat de gewenste effecten van de DGT behouden worden op lange termijn.
Organisatie | Saxion |
Opleiding | Toegepaste Psychologie |
Datum | 2017-08-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |