Alternatief pipingmodel?
onderzoek naar de praktische toepasbaarheid van het Shields-Darcy model bij de beoordeling van pipingAlternatief pipingmodel?
onderzoek naar de praktische toepasbaarheid van het Shields-Darcy model bij de beoordeling van pipingSamenvatting
Beheerders van primaire waterkeringen moeten tenminste eens in de twaalf jaar beoordelen of hun keringen voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen. De manier waarop deze beoordeling moet worden uitgevoerd, is vastgelegd in een wettelijk instrumentarium. Onderdeel van deze beoordeling is het beoordelen van piping bij dijken. In het WBI wordt hiervoor de in 2011 aangepaste rekenregel van Sellmeijer gebruikt. Er is echter discussie over de toepasbaarheid van de rekenregel van Sellmeijer. De landelijke opinie is dat met de aangepaste rekenregel van Sellmeijer te conservatief gerekend wordt met als gevolg dat waterkeringen ten onrechte worden afgekeurd of te robuust worden ontworpen. In een onlangs verschenen publicatie van Hoffmans & Van Rijn (2017) wordt een alternatief pipingmodel beschreven, het Shields-Darcy model. Dit model verschilt fundamenteel van het Sellmeijer model in relatie tot de structuur van de vergelijking waarmee terugschrijdende erosie wordt gecontroleerd. Aangezien de waterkeringbeheerders kampen met grote onzekerheden over de werkelijke pipinggevoeligheid van hun waterkeringen, en toepassing van de aangepaste rekenregel van Sellmeijer leidt tot afkeuring van veel waterkeringen, is er interesse voor het recent ontwikkelde Shields-Darcy model. Het is echter onduidelijk of dit pipingmodel toepasbaar is in de praktijk. In dit onderzoek is de praktische toepasbaarheid van het Shields-Darcy model onderzocht.
Organisatie | Van Hall Larenstein |
Afdeling | Land- en Watermanagement |
Partner | Arcadis |
Hogeschool Van Hall Larenstein | |
Datum | 2018-06-07 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |