Buurtwarmteprojecten door burgerinitiatieven
Meer dan koudwatervrees?Buurtwarmteprojecten door burgerinitiatieven
Meer dan koudwatervrees?Samenvatting
Het doel van dit rapport is meer zicht te krijgen op de vraag in welke mate en hoe burgerinitiatieven rond collectieve warmtenetten erin slaagden resultaat te boeken. Sinds enige jaren ontstaan steeds meer van dit soort initiatieven in Nederland, in navolging van wind- en zonne-energiecoöperaties, en als aanvulling op commerciële warmtenetten. De centrale vraag hier is of en hoe de door warmtenet-burgerinitiatieven behaalde resultaten samenhangen met hun interne kracht en hun vermogen om de externe sociale en andere omstandigheden te gebruiken of te mobiliseren. Met interne kracht doelen we op een duidelijk doel, de organisatie, capaciteit en activiteiten van het burgerinitiatief. Met externe sociale omstandigheden bedoelen we drie elementen. Allereerst het naburige netwerk, de wijk en de participatievorm. Verder het externe publieke netwerk, oftewel de rol van de gemeente en andere semi-publieke organisaties. En tenslotte het private netwerk, de adviseurs, financiers, bedrijven en verwante organisaties. Tot materiële omstandigheden rekenen we de technologie van de gekozen energiebron en de bio-fysieke omgeving, zoals de wijkstructuur, en de aanwezigheid van water of aardwarmte. Centraal staat het Groningse project 050 Buurtwarmte in de wijk Paddepoel dat vergeleken wordt met andere projecten die de laatste 5 jaar gestart zijn, in de Wageningse Benedenbuurt, de Haagse Vruchtenbuurt en het Amsterdamse Ketelhuis/Wilhelmina Gasthuisterrein.