Het belang dat managers hechten aan onderzoeksvaardigheden van docenten in het hoger beroepsonderwijs
Het belang dat managers hechten aan onderzoeksvaardigheden van docenten in het hoger beroepsonderwijs
Samenvatting
In 2001 verkregen Nederlandse instellingen voor hoger beroepsonderwijs de middelen om onderzoek te doen (HBO-raad, 2004). Vóór 2001 was het de voornaamste taak van het hoger beroepsonderwijs beroepseducatie aan te bieden. Tegenwoordig wordt van docenten verwacht dat ze, in aanvulling op hun pedagogische activiteiten en vakinhoudelijke kennis, bij onderzoekactiviteiten binnen of buiten het curriculum betrokken zijn. In dit artikel worden de resultaten van een studie naar de opvattingen van managers op de onderzoeksvaardigheid van docenten bediscussieerd. De resultaten reflecteren een patroon van opvattingen van managers over onderzoeksvaardigheid welke vergeleken worden met de percepties van docenten over hun onderzoeksvaardigheid (research self-efficacy) zoals onderzocht door Griffioen en De Jong (2009). Samenvattend kan er gesteld worden dat de door de managers vereiste onderzoeksvaardigheid voor docenten overeenkomt met het door de docenten zelf ingeschatte niveau van onderzoeksvaardigheden.
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Gepubliceerd in | Tijdschrift voor hoger onderwijs Vol. 31, Uitgave: 1/2, Pagina's: 59-72 |
Jaar | 2013 |
Type | Artikel |
Taal | Nederlands |