De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Open access

Open access

Samenvatting

De doelstelling van dit onderzoek is vast te stellen of er bij Nederlandse adolescenten in de leeftijd van twaalf tot zestien jaar, sprake is van een verschil in prevalentie van overgewicht tussen de meetmethode BMI en de vierpunts-huidplooimeting. De onderzoeksvraag luidt: “Is er een verschil in prevalentie van overgewicht, bij twaalf- tot zestienjarige leerlingen van het Echnaton College, tussen de meetmethoden Body Mass Index en de meetmethode vierpunts-huidplooimeting ?” Dit onderzoek zou als onderbouwing kunnen dienen bij het maken van de keuze voor een passende meetmethode om de prevalentie van overgewicht te meten. Op deze manier zou de prevalentie van overgewicht - en de hieraan gerelateerde gezondheidsrisico’s - meer adequaat in kaart gebracht kunnen worden. Om de prevalentie vast te stellen zijn lengte, gewicht en huidplooien afgenomen bij 991 jongens en meisjes tussen de twaalf en zestien jaar oud van het Echnaton College. Bij de BMI methode zijn op basis van geslacht en leeftijd de afkapwaarden van de categorie ‘overgewicht’ gebruikt om de prevalentie van overgewicht vast te stellen. Voor de vierpunts-huidplooimeting is er voor de bepaling van overgewicht de categorie ‘hoog’ aangehouden. Er heeft één meetmoment plaatsgevonden. Voor de statistische analyse is gebruik gemaakt van de Chi-square methode. De prevalentie van overgewicht middels de BMI methode werd vergeleken met de prevalentie overgewicht middels de methode vierpunts-huidplooimeting. Het resultaat is een prevalentie van overgewicht van 19,5% bij de BMI en 30,6% bij de vierpunts-huidplooimeting. Het gevonden verschil is significant (X2 (1)=303,07, p<0,001). De prevalentie van overgewicht bij leerlingen van het Echnaton College is significant groter bij het gebruik van de meetmethode vierpunts-huidplooimeting, dan bij het gebruik van de meetmethode BMI. Gezien grote discrepantie in prevalentie van overgewicht bij de verschillende antropometrische meetmethoden - BMI en vierpunt-huidplooimeting - is het advies voor de beroepspraktijk om antropometrische meetmethoden te vergelijken met niet-antropometrische meetmethoden. Dit om vast te stellen welke antropometrische meetmethode het meest valide en betrouwbaar is om de prevalentie van overgewicht te bepalen. Niet-antropometrische meetmethoden zijn over het algemeen meer valide en betrouwbaar (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, 2016). De data van deze metingen kan een bijdrage leveren aan de keuze voor de beste meetmethode voor de professionals in de JGZ en het onderwijs.

Toon meer
OrganisatieHogeschool van Amsterdam
OpleidingAcademie voor Lichamelijke Opvoeding
AfdelingBewegen, Sport en Voeding
Jaar2017
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk