Validatieonderzoek van de Meet & Weet schattingsmethode : Een kwantitatief onderzoek: is de registratie met het Meet & Weet puntensysteem voor een grove schatting van de energie- en eiwitinname valide en toepasbaar in de klinische praktijk?
Validatieonderzoek van de Meet & Weet schattingsmethode : Een kwantitatief onderzoek: is de registratie met het Meet & Weet puntensysteem voor een grove schatting van de energie- en eiwitinname valide en toepasbaar in de klinische praktijk?
Samenvatting
Doel Het doel van dit onderzoek is de validiteit en de toepasbaarheid van ‘Meet & Weet wat je patiënt eet’ (M&W) te bepalen. Met deze methode kan aan de hand van M&W-punten per maaltijdmoment op een gemakkelijke manier de voedingsinname van patiënten worden geschat. Daarnaast wordt er gekeken naar verbeterpunten voor de M&W-schattingsmethode. Methode De onderzoeksopzet is observationeel en kwantitatief. De onderzoekspopulatie bestaat uit 141 respondenten, welke waren opgenomen in het Amsterdam UMC, locatie AMC. De gegevens van deze respondenten zijn door AMC-studentonderzoekers observationeel verzameld door de werkelijke voedingsinname bij te houden. Deze voedingsinname is gebruikt om de M&W-waarde te schatten. Om de spreiding van het verschil tussen de werkelijke waarde en de M&W-waarde tegenover de gemiddelde inname weer te geven, zijn Bland-Altman plots gemaakt. Daarnaast zijn de sensitiviteit, de specificiteit, de positief verwachte waarde en de negatief verwachte waarde van de M&W-methode berekend. Om de verschillen in energie- en eiwitinname tussen de werkelijke waarde en de M&W-waarde aan te tonen is gebruik gemaakt van de Wilcoxon signed-rank test. Resultaten De sensitiviteit en specificiteit van de ‘slechte inname’-categorie zijn hoger dan 83%. De sensitiviteit en specificiteit van de ‘slechte en matige inname’-categorieën samen zijn hoger dan 73%. De schatting van de energie-inname van tussendoortje één (T1), tussendoortje twee (T2) en tussendoortje drie (T3) heeft een afwijking van >20%, de schatting van de eiwitinname van T1 en T3 heeft een afwijking van >20%. Er is een significant verschil tussen de werkelijke en de geschatte M&W-energie-inname bij de warme maaltijd (WM) (p=.000) en een significant verschil tussen de werkelijke en de geschatte M&W-eiwitinname bij T1 (p=.003) en bij de WM (p=.004). Tot slot is opvallend dat de over- of onderschatte respondenten veel producten nuttigden die niet in de M&Wproductcategorieën waren opgenomen. Conclusie De M&W-methode is een valide schattingsmethode voor een grove schatting van de energie- en eiwitinname per dag. Echter, verschillende maaltijdmomenten hebben een afwijking van >20% tussen de werkelijke en de geschatte M&W-waarde. Er wordt aangeraden om de toepasbaarheid van de methode verder te onderzoeken en de afwijkende producten van de productcategorieën van de M&W-methode te verwerken in deze categorieën.
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Voeding en Diëtetiek |
Afdeling | Bewegen, Sport en Voeding |
Jaar | 2020 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |