Het vrouwelijke geslacht als risicofactor voor het ontwikkelen van MTSS bij eerstejaars (propedeuse) studenten aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Amsterdam : Een verdieping van de risicofactor ”geslacht” binnen het ontwikkelen van het “Mediaal Tibiaal Stress Syndroom”
Het vrouwelijke geslacht als risicofactor voor het ontwikkelen van MTSS bij eerstejaars (propedeuse) studenten aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Amsterdam : Een verdieping van de risicofactor ”geslacht” binnen het ontwikkelen van het “Mediaal Tibiaal Stress Syndroom”
Samenvatting
Achtergrond: Dit onderzoek is opgezet naar aanleiding van ontbrekende informatie binnen het onderwerp “het vrouwelijke geslacht in combinatie met een verhoogd risico in het oplopen van het Mediaal Tibiaal Stress Syndroom bij eerstejaars ALO-studenten.” In voorgaande studies is dit herhaaldelijk onderzocht bij militaire rekruten en hardlopers. Door middel van dit onderzoek proberen we licht te werpen op dit onderwerp binnen eerstejaars ALO-studenten. Doel: Het doel van dit onderzoek is het achterhalen of het vrouwelijke geslacht een risicofactor is voor het ontwikkelen van de overbelastingblessure MTSS (Mediaal Tibiaal Stress Syndroom) bij eerstejaars ALO-studenten. Dit is tevens de onderzoeksvraag die centraal staat binnen dit onderzoek. Methode: Er hebben 204 studenten van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding deelgenomen aan dit onderzoek dat liep van september tot en met november 2017. Binnen deze groep studenten was 75,5% man (N=154) en 24,5% vrouw (N=50). De gemiddelde leeftijd van deze groep was 19,4 (sd=2,21) jaar. De studenten hebben elk meetmoment een vragenlijst (blessureregistratie) ingevuld en ingeleverd bij het onderzoeksteam. De studenten werden in totaal 3 keer bevraagd naar blessures met een interval van 5 lesweken. Resultaat: Binnen dit onderzoek hebben in totaal 52 studenten een MTSS-blessure opgelopen. Over de totale onderzoeksperiode is geen significant verschil gevonden tussen het mannelijke en vrouwelijke geslacht (P= ,143). Wanneer de meetmomenten apart genomen worden is dit bij enkele meetmomenten wel het geval. Op Q0 (meetmoment voor de start van de ALO) werd er geen significant verschil gevonden (P= ,812), op Q1 (na 5 weken ALO werd er nagenoeg geen significant verschil gevonden (P= ,055) en op Q2 (na 10 weken ALO) werd er wel een significant verschil gevonden tussen het mannelijke en vrouwelijke geslacht (P= ,005). Als er gekeken wordt naar het risico tot het ontwikkelen van MTSS heeft het vrouwelijke geslacht een groter risico (OR=1,8) dan het mannelijke geslacht. Dit is tevens te verklaren door het feit dat tijdens de onderzoeksperiode het aantal MTSS-blessures bij het vrouwelijke geslacht toegenomen is en bij het mannelijk geslacht nam het aantal MTSS-blessures in de loop der tijd af. In totaal heeft 44,0% (N=22) van het totaal aantal vrouwelijke studenten (N=50) MTSS opgelopen. Daarentegen heeft maar 19,5% (N=27) van het totaal aantal mannelijke studenten (N=154) MTSS opgelopen. Conclusie: De conclusie die echter getrokken kan worden naar aanleiding van dit onderzoek is dat er een verband bestaat tussen het ‘vrouwelijke geslacht’ en het ontwikkelen van de overbelastingblessure MTSS (OR= 1,8) maar dat er geen significant verschil gevonden wordt tussen het mannelijke en vrouwelijke geslacht (P= ,143).
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Academie voor Lichamelijke Opvoeding |
Afdeling | Bewegen, Sport en Voeding |
Jaar | 2019 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |