Samenvatting

In Nederland is sinds 1963 een dalende trend te zien in het aantal weidevogels, deze weidevogels zijn belangrijk voor Nederland omdat het grootste deel van de populatie hier broedt. De weidevogels broeden vooral in open gebieden in de lage klei en veengebieden van Nederland. Deze gebieden zijn vaak in gebruik van melkveehouders, de dalende trend wordt dan ook vooral verweten aan de intensivering van de melkveehouders. Door de intensivering zijn de ooit drassige weilanden dieper ontwatert en zijn de ooit kruidenrijke percelen vervangen door eentonig Engels raaigras, ook worden de percelen eerder gemaaid waardoor een nest uitbroeden voor een weidevogel moeilijker wordt. In de jaren 70 werd het voor eerst duidelijk dat er iets moest gebeuren voor de weidevogels, sinds die tijd worden boeren beloont met subsidies voor het later maaien van percelen. Toch mocht deze maatregel niet baten en dringt de ergst van het verlies van de weidevogels door tot de tweedekamer.