Hoe staan diergedragsdeskundigen als consultants en huisdiereigenaren als gebruikers in Nederland tegenover videobellen?
Hoe staan diergedragsdeskundigen als consultants en huisdiereigenaren als gebruikers in Nederland tegenover videobellen?
Samenvatting
Op 11 maart 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) het nieuwe coronavirus (COVID19) voor het eerst beschreven als een pandemie. COVID-19 heeft de digitale zorg in een stroomversnelling gebracht. Vooral videobellen, omdat dat snel te verwezenlijken is. Tijdens de COVID-19-crisis is er een stijging te zien van het aantal huisdieren in Nederland en zijn de risico’s op gedragsproblemen zoals verlatingsangst groter. Dit kan komen door de veranderingen in het dagelijkse leven, zoals vaker thuiswerken of ineens weer van huis weg zijn. Diergedragsdeskundigen kunnen hulp bieden bij deze gedragsproblemen. Het doel van dit kwantitatieve onderzoek was om erachter te komen hoe de diergedragsdeskundigen als de consultants en huisdiereigenaren als gebruikers tegenover videobellen staan. Voor dit onderzoek is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Hoe staan diergedragsdeskundigen als consultants en huisdiereigenaren als gebruikers in Nederland tegenover videobellen? De onderstaande deelvragen zijn gebruikt om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden: 1. Hoe staan diergedragsdeskundigen als consultants in Nederland tegenover videobellen met de klant? 2. Hoe staan huisdiereigenaren als gebruikers in Nederland tegenover videobellen met een dierprofessional (diergedragsdeskundigen en dierenarts)? Er zijn bij beiden enquêtes niet voldoende respondenten verkregen om een representatief steekproef te krijgen. Wel geven beiden enquêtes een goede indicatie van de ondervraagde doelgroepen. Om een antwoord te geven op de onderzoeksvragen zijn er enquêtes afgenomen bij 560 huisdiereigenaren en 74 diergedragsdeskundigen waarbij is gevraagd of zij videoconsulten een waardevolle toevoeging vinden, of ze het zouden overwegen om hulp te ontvangen of geven via en videoconsult en wat zij de voor- en nadelen vinden van een videoconsult. 59,15% van de 71 diergedragsdeskundigen vinden het een waardevolle toevoeging en 52,94% van de 68 diergedragsdeskundigen zouden het overwegen, maar dan alleen voor evaluatie en tussentijds vragen stellen. De huisdiereigenaren overwegen het eerder om hulp te krijgen via een videoconsult van een dierenarts (56,06%) dan van een diergedragstherapeut (54,45%). De huisdiereigenaren hebben zowel een voorkeur voor een fysiek bezoek bij de diergedragstherapeut (57,68%) als bij de dierenarts (70,62%). Op basis van deze antwoorden wordt aanbevolen om de diergedragsdeskundigen te gaan benaderen met de mededeling dat videoconsulten een uitkomst kan zijn voor evaluatie, tussentijdse vragen en nabesprekingen. Daarnaast wordt er aanbevolen om een tool in de HuisdierenApp te maken waardoor het delen van beeldmateriaal mogelijk is en deze tegelijk met een videoconsult bekeken kunnen worden. Een derde aanbeveling is om de huisdiereigenaren te informeren door middel van socialmediacampagnes. Tot slot wordt er aanbevolen om een kwalitatief vervolg onderzoek te doen om te achterhalen waarom de huisdiereigenaren en diergedragsdeskundigen zo tegenover videobellen staan zoals ze op dit moment staan.
Organisatie | Aeres Hogeschool |
Afdeling | Dier- en Veehouderij |
Partner | Aeres Hogeschool Dronten |
Veterinair organisatiebureau Vitaux | |
Datum | 2021-06-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |