Samenvatting

Het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen staat onder druk. Dit geldt ook voor de teelt van pootaardappelen. Het aantal middelen is voor deze sector teruggedrongen en dit zal in de toekomst nog meer gaan voor komen. De medeoorzaak hiervan is het aantal werkzame stof wat jaarlijks in de oppervlaktewateren wordt aangetroffen. Ook de aanvullende eisen vanuit de Nederlandse supermarkten werkt de toepassing van chemische gewasbescherming tegen. Onder meer door deze factoren zijn er binnen de pootgoedsector twee grote problemen ontstaan, namelijk het bestrijden van luizen die het Y-virus verspreiden binnen de percelen en het doden van loof. Zowel voor de luisbestrijding als voor de loofdoding geldt dat ze allebei de belangrijkste chemische middelen de afgelopen jaren zijn verloren om deze problemen tegen te gaan. Voor de luisbestrijding zijn dat Actara en Mocap en voor de loofdoding zijn dat Reglone en Finale. Voor beide problemen worden momenteel nog alternatieven geboden. Dit zijn voor de luisbestrijding onder ander het middel Closer en Flipper. Voor de loofdoding zijn er onder andere de alternatieven middelen Beloukha en Actirob B. Naast de keuze in middelen, kunnen technieken mee helpen aan de oplossing. Voor de loofdoding zou het gebruik van een looftrekker of van een loofklapper een goede toevoeging kunnen zijn. Nadeel van dit gebruik is dat deze mechanische manier voor versmeering van ziektes kan zorgen binnen het gewas. Voor de luisbestrijding zou er gebruik gemaakt kunnen worden van meststoffen. Deze kunnen ervoor zorgen dat de plant weerbaarder wordt en eerder de ouderdomsresistentie bereikt en dus minder vatbaar wordt voor virussen. Ook het gebruik van minerale olie kan voor vermindering van viruszieke planten zorgen. Naast de middelen beperking, zijn de regels voor driftreductie ook verstrengt. Op de labels van elk gewasbeschermingsmiddel wordt een minimale driftreductie hoeveelheid geplaatst waarmee de teler moet spuiten. Deze driftreductieregels zijn in 2019 aangescherpt en moeten vanaf 2020 worden gehanteerd. Telers kunnen ervoor kiezen om drift reducerende technieken of doppen aan te schaffen. De mogelijkheden voor drift reducerende technieken die het meest toegepast worden zijn luchtondersteuning, MagGrow en een Sleepdoek. Deze technieken zorgen ervoor dat er minder drift ontstaat en dat middelen beter in het gewas terecht komen. Naast de keuze in techniek, is er ook de mogelijkheid voor een verdubbeling van de teeltvrije zone. Wanneer geen een van deze mogelijkheden wordt aangeschaft of uitgevoerd, moet de teler een drukregistratiesysteem op de spuit laten bouwen. Dit systeem houdt de druk bij waarmee maximaal gespoten mag worden. Op deze wijze kan de teler worden gecontroleerd en kan er worden gekeken of de teler voldoet aan de maatregelen.