De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Indirecte calorimetrie

het thermogenetisch effect van een licht ontbijt

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Indirecte calorimetrie

het thermogenetisch effect van een licht ontbijt

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Aanleiding en probleemstelling: Het adequaat bepalen van de energiebehoefte is van belang om patiënten optimaal te kunnen voeden en daarmee ondervoeding en overvoeding te voorkomen. Indirecte calorimetrie is de gouden standaard voor het bepalen van de energiebehoefte. Voor een meting moeten patiënten minimaal 5 uur nuchter zodat het thermogenetisch effect van voeding, de postprandiale stijging van het energieverbruik, is uitgewerkt. In de klinische praktijk is het niet wenselijk en/of haalbaar dat patiënten langdurig vasten. De duur van 5 uur vasten is gebaseerd op maaltijden van 400-1200 kilocalorieën met de aanname dat het thermogenetisch effect groter wordt naarmate het aantal kcal van de maaltijd toeneemt. Op dit moment ontbreekt het aan studies naar het thermogenetisch effect van een licht ontbijt van circa 200 kilocalorieën. Mogelijk is er met een licht ontbijt een kortere periode dan 5 uur vasten nodig. Doel: Het bepalen van het thermogenetisch van een licht ontbijt en daarmee een advies te geven over de benodigde duur van vasten na een licht ontbijt (205 kilocalorieën) voor een betrouwbare indirecte calorimetrie meting. Methode: Na een periode van 12 uur vasten werd bij gezonde vrijwilligers het energieverbruik in rust bepaald middels indirecte calorimetrie. Vervolgens kregen de proefpersonen een gestandaardiseerd licht ontbijt en werd het energieverbruik iedere 60 minuten tot 300 minuten na het ontbijt gemeten. Het thermogenetisch effect van voeding werd berekend als het postprandiale energieverbruik minus het energieverbruik in rust. Daarnaast werd de piek van het thermogenetisch effect, de hoogste waarde van het postprandiale energieverbruik, gemeten. Het totale thermogenetisch effect werd berekend met de area under curve. Het energieverbruik in rust werd vergeleken met het postprandiale energieverbruik met een gepaarde t-toets. Resultaten: Voor de studie zijn 22 personen gemeten waarvan 19 personen geïncludeerd van 31,0 ± 12,9 jaar oud met een Body Mass Index 22,1 ± 2,1 kg/m2. Het gemiddelde energieverbruik in rust was 1426 ± 53 kilocalorieën/24 uur. De piek van het thermogenetisch effect vond plaats 60 minuten na het ontbijt en was hoger dan het energieverbruik in rust (139 ± 15 kilocalorieën; p<0,001). Na 120 minuten was het postprandiale energieverbruik met 37 ± 22 kilocalorieën hoger dan het energieverbruik in rust (p=0,108). 180 minuten na het ontbijt was er geen verschil met energieverbruik in rust (4 ± 21 kcal; p=0,844). Na 240 minuten en 300 minuten nam het postprandiale energieverbruik met respectievelijk 19 ± 17 kilocalorieën (p=0,275) en 42 ± 15 kilocalorieën (p=0,008) toe ten opzichte van het energieverbruik in rust. Het thermogenetisch effect over 180 minuten is een stijging van 25 kilocalorieën (=12% van het aantal ingenomen kilocalorieën) ten opzichte van het energieverbruik in rust. Conclusie: Binnen 2 uur na inname is het thermogenetisch effect van een licht ontbijt uitgewerkt. Discussie en aanbevelingen: Een meting 120 minuten na een maaltijd van 205 kilocalorieën wordt alleen geadviseerd voor gezonde volwassenen die deze maaltijd in de vroege ochtend nuttigen. De significante stijging van het energieverbruik 300 minuten na het ontbijt is mogelijk het gevolg van variatie in het dagelijks energieverbruik ten gevolge van het circadiaans ritme.

Toon meer
OrganisatieDe Haagse Hogeschool
OpleidingGVS Voeding en Diëtetiek
AfdelingFaculteit Gezondheid, Voeding & Sport
Jaar2018
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk