De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

De levensloopaanpak in Noord Nederland

Evaluatieonderzoek naar de ketenveldnorm levensloopfunctie en beveiligde intensieve zorg voor mensen met een hoog veiligheidsrisico

De levensloopaanpak in Noord Nederland

Evaluatieonderzoek naar de ketenveldnorm levensloopfunctie en beveiligde intensieve zorg voor mensen met een hoog veiligheidsrisico

Samenvatting

In dit onderzoek wordt de implementatie van de levensloopaanpak in Noord Nederland beschreven, en wordt ingegaan op de eerste ervaringen met de aanpak. In de levensloopaanpak werken organisaties in het veiligheidsdomein, het zorgdomein en het sociaal domein in een netwerk met elkaar samen om langdurig passende zorg en ondersteuning te leveren aan personen met een hoog veiligheidsrisico die verward gedrag vertonen als gevolg van een psychische beperking, een verslaving en/of een niet-aangeboren hersenaandoening. De doelstellingen van de levensloopaanpak zijn om 1) geïncludeerde personen te voorzien van langdurige zorg en ondersteuning, 2) flexibele toegang te organiseren tot beveiligde intensieve zorg en 3) langdurige oplossingen voor een stabiele leefsituatie te organiseren. De doelgroep van de aanpak in Noord Nederland bestaat naar schatting uit ongeveer 150 personen. Het vertrekpunt van het onderzoek was de vraag: Wie doet wat bij wie met welk resultaat? Daarbij ging het onderzoek in op de rollen en taken van verschillende professionals en organisaties, het inclusieproces, de kenmerken van de doelgroep, de vormen van zorg en ondersteuning die in de praktijk worden aangeboden, de rol van naasten, de rol van ervaringsdeskundigen, de eerste resultaten van de aanpak, de randvoorwaarden, en de overeenkomsten en verschillen tussen de drie provincies in Noord Nederland. De onderzoeksvraag is onderzocht door middel van 53 semigestructureerde interviews (50 interviews met professionals, twee interviews met ervaringsdeskundige naasten, één interview met een naaste van een geïncludeerde persoon), twee focusgroepbijeenkomsten (waarvan één met professionals en één met ervaringsdeskundige naasten), 32 observaties van levensloopbijeenkomsten en bestudering van vier cliëntdossiers. Verder zijn gegevens opgevraagd van in totaal 20 geïncludeerde personen uit Noord Nederland om de kenmerken van de doelgroep inzichtelijk te maken. Naast een beschrijvende doelstelling had het onderzoek ook een actiegerichte doelstelling. In dit kader zijn verscheidene praktijkproducten ontwikkeld. Deze zijn te vinden op www.onderzoeklevensloopaanpak.nl. In de praktijk werd de levensloopaanpak in iedere provincie op een andere manier georganiseerd. In de samenstelling van welke partners betrokken waren accentverschillen te zien tussen de drie provincies. Overeenkomend was echter dat het Zorg- en Veiligheidshuis in alle provincies de procesregie voerde en dat de casusregie was belegd bij de GGZ (Forensisch ACT, ForFact, OGGZ, verslavingszorg). De levensloopaanpak verschilde op twee belangrijke manieren van de reguliere zorg en ondersteuning voor de doelgroep: binnen de levensloopaanpak 1) werd de intentie uitgesproken om langdurig bij een geïncludeerde persoon betrokken te blijven—ook als de persoon hierop ‘formeel’ geen recht had en 2) werd op structurele wijze samengewerkt tussen organisaties uit verschillende disciplines. Het onderzoek wees uit dat de acties van levensloopprofessionals onder te brengen waren in vijf hoofdcategorieën: 1) contact maken en onderhouden met de geïncludeerde persoon, 2) organiseren van basisvoorwaarden voor zorg- en hulpverlening, 3) organiseren van een woonplek, 4) organiseren van beveiligde klinische opname en 5) inzetten van een justitiële interventie. Verder omvatte het takenpakket van de levensloopprofessionals: 6) het langdurig betrokken zijn bij de geïncludeerde persoon om een één-opéén vertrouwensband op te bouwen, 7) het proactief organiseren van de meest passende zorg en ondersteuning voor de geïncludeerde persoon, en 8) het doorbreken van structurele barrières die de realisatie van zorg en ondersteuning voor geïncludeerde personen bemoeilijken. Het inclusieproces werd na een periode van oriëntatie en experimenteren in alle drie provincies vormgegeven door middel van een relatief kleinschalig en efficiënt georganiseerd proces, De levensloopaanpak in Noord Nederland 5 waarbij een beperkt aantal partijen was betrokken. Het aanmeld- en inclusieproces werd grotendeels belegd bij de levensloopprofessionals zelf en niet bij een afzonderlijk inclusieoverleg, zoals in andere regio’s het geval was. In de praktijk werden de geïncludeerde personen vooral aangemeld vanuit de organisaties die betrokken waren bij de levensloopaanpak. In de praktijk werden de geïncludeerde personen gekenmerkt door een hoog veiligheidsrisico en langdurige, hardnekkige problematiek op meerdere leefgebieden. Het ging hierbij om mensen die overlastgevend, ontwrichtend en gevaarlijk gedrag vertoonden of hierop een hoog risico hadden. Er was veelal sprake van een (vermoeden van) een licht verstandelijke beperking in combinatie met psychische problemen en vaak verslavingsproblematiek. Verder ging het veelal om mensen die zorgmijdend waren. De helft van de geïncludeerde personen was dakloos. De problematiek van geïncludeerde personen was complex en wederzijds versterkend; problemen op het ene leefgebied versterkten problemen op andere leefgebieden. Vanuit het onderzoek was het niet mogelijk om uitspraken te doen over de effecten van de levensloopaanpak, omdat de beoogde resultaten (onder meer afgenomen overlast, verminderd delictgedrag en toegenomen gevoelens van veiligheid) pas op langere termijn te meten zijn en buiten de periode van het onderzoek vielen. Wel werden eerste succesfactoren geïdentificeerd. Zo kon de langdurige betrokkenheid van levensloopprofessionals bij de geïncludeerde persoon en de verbeterde multidisciplinaire samenwerking tussen professionals uit verschillende organisaties leiden tot verbeteringen op casusniveau. De successen en verbeteringen op casusniveau waren onder meer: het succesvol organiseren van een woonplek voor geïncludeerde personen, toegenomen vertrouwen in hulpverlening, een welwillendere opstelling om geholpen te worden en een afname van overlastgevend gedrag. Daarnaast werden in het onderzoek meerdere barrières geïdentificeerd die de optimale uitvoering van de aanpak compliceerden, waaronder problemen met de structurele financiering voor de aanpak, borging van de aanpak, beperkte bekendheid van de aanpak bij ketenpartners, het vinden van geschikte woon- en verblijfplekken voor geïncludeerde personen, complicaties rondom het delen van gegevens tussen organisaties en ingewikkeldheden om zonder rechterlijke uitspraak te kunnen opschalen naar beveiligde intensieve zorg. Vanuit deze barrières zijn aanbevelingen geformuleerd. Samenvattend waren de eerste ervaringen met de levensloopaanpak in Noord Nederland overwegend positief. In de praktijk lukte het om geïncludeerde personen te voorzien van langdurige zorg en ondersteuning, ook als hiervoor geen zorgtitel was. Tegelijkertijd werden verschillende barrières geïdentificeerd die succesvolle implementatie en uitvoering van de aanpak bemoeilijken. Met name de financiering van de levensloopaanpak en de flexibele toegang tot beveiligde intensieve zorg zijn hierbij belangrijke aandachtspunten. Positief is dat belangrijke stappen werden gezet in het vinden van langdurige oplossingen om stabiele leefsituaties van geïncludeerde personen te organiseren. Hierbij vormt het woonvraagstuk een belangrijk aandachtspunt. De organisatie van de levensloopaanpak vereist een lange adem. Dit geldt ook voor onderzoek naar de aanpak; de verwachte resultaten van de aanpak zijn pas op langere termijn zichtbaar en meetbaar. Het onderzoek wijst echter uit dat met de levensloopaanpak in Noord Nederland belangrijke stappen zijn gezet om passende en domeinoverstijgende zorg en ondersteuning te organiseren voor personen met onbegrepen gedrag en een hoog veiligheidsriscio. Om de aanpak verder door te ontwikkelen en te evalueren is een langetermijnperspectief noodzakelijk.

Toon meer
OrganisatieHanzehogeschool Groningen
Datum2022-12-18
TypeRapport
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk